Rijtest: Volvo S60 Polestar (2015)
De krenten in de pap. Dat ik een auto mag rijden die uniek is in zijn soort. De Volvo S60 Polestar uit 2015 is zo’n auto. Op het eerste gezicht een licht opgeklopte auto, maar onderhuids volledig aangescherpt. Dat de auto bijzonder was bewijst de nieuwprijs van 100.000 euro. Een bedrag waar je toen ook een BMW M3 voor kon aanschaffen.
Polestar?
Ja Polestar. Zeg maar wat AMG voor Mercedes is en M voor BMW. De Volvo S60 Polestar was hun eerste project. Toen hadden ze nog niet last van de elektrowaanzin die het bedrijf nu kenmerkt. Ze gingen nog lekker met de zescilinder benzinestoker aan de slag. Dankzij de montage van een twin-scroll turbo steeg het vermogen naar 350 pk en 500 nm (was 306 pk en 440 nm). Ook kreeg de auto vierwielaandrijving mee. Die is zo geconfigureerd dat er sneller kracht naar de achterwielen wordt gestuurd. Specialist Öhlins zorgt voor een goed setje schokdempers, Brembo voor een setje remschijven en Ferrita leverde een heftig uitlaatsysteem. De zescilinder heeft het helaas niet lang uitgehouden, want moeder Volvo werd nogal politiek correct en deed de zescilinder al snel in de ban. De Volvo S60 Polestar is daarna nog even kort geleverd met een viercilinder turbo (367 pk) die ook nog eens fors goedkoper was, maar die zal de klassieke status natuurlijk nooit weten te bereiken.
Waarom wil je de zescilinder hebben?
Vanwege het geluid. Wat klinkt de zescilinder lijnmotor onbeschaafd goed. Dit is één van de best klinkende auto’s waar ik ooit mee gereden heb. Het is echt een prachtig en eerlijk geluid. Bij lage toeren lekker bassig en als het toerental stijgt hoor je een heerlijk ‘trompetgeschal’. Het geluid is prachtig. Ieder viaductje of tunneltje gaat je raampje open en is het genieten geblazen. Voor omstanders is de verrassing het grootst. Die verwachten niet dat een brave Volvo zoveel herrie produceert. Ben je de herrie een keer zat (wat ik me niet kan voorstellen) dan beheerst de zescilinder ook het comfortkunstje feilloos als je de kleppen in de uitlaat sluit. De zescilinder loopt prachtig. Hier kan een viercilinder nooit tegenop.
De prestaties mogen er ook wezen?
Mwoh. Die vallen een tikje tegen. Voor een auto met een nieuwprijs van 100.000 euro (in 2015) verwacht je iets meer vinnigheid. Er zijn twee problemen. Allereerst weegt de S60 Polestar een paar pondjes te veel. De Zweed doet 1633 kilo op de weegschaal. Het tweede probleem is dat de 6-traps Geartronic tempo uit de auto haalt. Die kan het geweld niet bijbenen. Af en toe raakt hij de weg kwijt en bij downshifts heeft de bak net wat te veel tijd nodig. Echt zonde dat deze auto niet met een betere automaat of een handbak is geleverd. Qua prestaties is het daarom niet echt overtuigend. Een 0-100 sprint in 4,9 seconden en een topsnelheid van 250 kilometer per uur zijn echt niet verkeerd, maar in de praktijk verwacht je net iets meer bij een auto die bijna in dezelfde prijsklasse zit als een BMW M3. De Volvo S60 Polestar is vlot zonder echt snel te zijn. De versnelling is nooit bruut en hartverscheurend leuk.
Maakt het onderstel wat goed?
Dat de versnelling nooit bruut aanvoelt is ook een compliment voor het onderstel. Dat is echt heel erg goed. Je merkt vooral de kwaliteit van de Öhlins dempers. De auto is straf geveerd, maar daar heb je geen last van omdat de dempers heel goed in staat zijn om oneffenheden weg te filteren. Daardoor kun je snoeihard met de auto rijden zonder dat de auto contact met het asfalt verliest (bv dribbelen). Je houdt altijd vertrouwen in de auto. De auto heeft bakken met grip en de koets helt niet over. Echt waanzinnig wat een goed setje dempers doet met de auto. Daarbij stuurt de auto ook nog eens redelijk direct en vrij precies. Het grootste nadeel is toch het hoge gewicht en het gebrek aan spektakel. Het is geen entertainer. Geen hartenbreker. Dit is uiteindelijk meer een Gran Turismo (GT) dan een sportauto.
Wel een goede GT hopelijk?
Ja en nee. Ja omdat de wegligging heel goed is. Ook op hoge snelheid. De Volvo S60 Polestar ligt echt als een blok op de weg en van enige nervositeit is absoluut geen sprake. Ook is er best sprake van enig restcomfort. De stoelen zitten eveneens heerlijk! Maar of dit de auto is die ik meeneem naar de wintersport? Ik denk het niet. Ik kan op zich nog wel leven met het bizarre brandstofverbruik (1 op 8 at best). Plezier maken mag best wat geld kosten. Het is toch weer het vermogen. Of het gebrek daaraan. Juist bij dit soort ritten wil ik wat meer snelheidssensatie. Juist omdat de auto makkelijk meer vermogen aankan. Een bijzondere auto als deze zou minimaal 400 pk moeten hebben. Dat zou de hoge nieuwprijs ook beter verklaren. Een ander issue als je richting de Alpen crosst is het welzijn van je achterpassagiers. Het gaat er op de achterbank bijzonder krap aan toe. Onaangenaam krap zelfs. Ik ga hier overigens niet zeuren over het ook al in 2015 wat verouderde interieur. Ik vind het anno 2020 eerder charmant dan storend. Kwalitatief mag het er overigens best zijn.
Conclusie?
De Volvo S60 Polestar is een echte liefhebbersauto. Voor Volvo-adepten is dit een absolute musthave. Verzeker je van de zescilinder. Dat is een auto met een bijzonder verhaal en als totaalproduct vooral een fijne GT. En dan het geluid. Waanzinnig! Dat is misschien wel de fijnste eigenschap van de Volvo S60 Polestar. Ben je geen Volvo-fan, dan breken de tekortkomingen de auto uiteindelijk op. Concurrenten als de BMW M3, Audi S4/RS4 zijn gewoon (veel) bruter. Ook een veel goedkopere BMW 335i of 335d bieden een beter totaalplaatje. Deze Volvo is objectief gezien de hoge prijs niet waard. Dat was nieuw zo en dat is ook gebruikt zo. Eventuele klassiekerstatus of niet. Voor dit geld wil ik een auto die de vouwen uit mijn broek rijdt. Dat doet deze Volvo niet.
Eindcijfer: 7
+ wat een geluid!
+ fijne GT
– erg duur
– had 50 pk meer moeten hebben
Ik proef een beetje Duitse geilheid. De tekortkomingen volgens u zijn juist de pluspunten en het gebrek aan uitbalanceren van BMW,Audi en ik wil bijna de 911 aanhalen.ik heb de 911 en M3 beide mogen bezitten en idd de BMW is aggresiever maar zeker niet beter.de 911 is meer een statussymbool geworden dan een sportauto. Dus als u de volgende keer een bijzonder exemplaar van een niet standaard Duits snelweg karretje pakt ff objectief de grenzen opzoeken en je zult zien dat deze Volvo,toyota of Renault gewoon beter in elkaar zit .