Rijtest: Volkswagen Up R-Line (2020)

De Volkswagen Up is één van de meest verkochte auto’s van de afgelopen jaren. Ook een auto die ik in de gewone versie in al die jaren nog nooit heb getest. Deze keer dus geen GTI maar de instapper met maar liefst 60 pk.

60 pk? Dat klinkt als absurd weinig?

Ja en dat is het ook. Een elektrische fiets heeft onderhand meer vermogen. Ter relativering. De Up is met 834 kilo wel een lichtgewicht. Maar niet licht genoeg om het gebrek aan vermogen te maskeren. Het ontbreken van een turbootje breekt de auto op. De trekkracht is marginaal en de lange versnellingsbakverhoudingen maken het alleen maar erger. Leuk voor het milieu, maar een ramp voor de bestuurder. Vooral invoegen op de snelweg is een bijzonder angstige ervaring. Het meest effectieve ‘gameplan’ is om sowieso iedere oprit volgas te nemen. Dan kun je heel misschien nog invoegen. Zonder ‘gameplan’ invoegen is echt suïcidaal.

Is het motorisch alleen maar kommer en kwel?

Nee. Ergens is het ook wel eens leuk om met weinig vermogen te rijden. Omdat je moet anticiperen. Je kunt niet ergens snel tussen glippen. Of iemand inhalen. Je moet hard werken en vier stappen vooruit plannen. Stiekem is dat best uitdagend en dus ook leuk. Wat ook helpt is het inspirerende geluid van de driecilinder. Een halve zescilinder. Vergelijk het met een halve ‘bratwurst’. Natuurlijk heb ik liever een hele, maar een halve smaakt toch ook best goed. Deze driecilinder klinkt echt leuk en ook vind ik het vermakelijk dat ik ieder paardje eruit moet persen als een pasgeboren kalfje uit de moederkoe. Tegelijkertijd zet ik nooit mijn rijbewijs op het spel. Na heel lang aandringen haal ik 155 op de teller.

Is het ook een zuinige auto?

Zo lang je op de provinciale weg blijft wel. Dan rijd je makkelijk 1 op 20 of zuiniger. Op de snelweg moet de driecilinder te hard werken om mee te komen en schiet het verbruik wel omhoog naar pak hem beet 1 op 16. Of je moet – zoals ik – de hele route op topsnelheid rijden, dan verbruik je 1 liter benzine per 11 kilometer. Als je veel snelwegkilometers maakt is het wel verstandig om een sterker motortje te kiezen. Dan hoef je net wat minder vaak terug te schakelen en kun je wat meer op koppel rijden. Is gunstig voor je verbruik dus die meerkosten haal je bij de benzinepomp wel weer in.

Waar blinkt de Up wel in uit?

Dit is een slim autootje. Je zou denken dat er geen mug extra in kan, maar je kunt daadwerkelijk met 4 volwassenen op pad. Het past. En in de kofferbak is er ook genoeg ruimte om je kratje bier neer te zetten. Dat is redelijk briljant voor een autootje die je tegelijkertijd ook als winkelwagentje kan gebruiken in de Appie Heijn. Verder zitten de stoelen verrassend goed en is de afwerking ook prima voor dit segment. Ja, met het leren multifunctionele stuurtje in mijn hand heb ik bijna het idee dat ik een klasse hoger rijd. Best knap voor een auto die al zo lang op de markt is. Qua connectiviteit merk je dat de Volkswagen Up al wat langer meegaat. Geen fancy beeldschermen, maar gelukkig wel een handig houdertje waar je je smartphone in kunt koppelen. Dat is dus meteen je navigatiesysteem en dat werkt goed. Alhoewel ik een goed geïntegreerd systeem wel fijner vind. 

Is de Up een bochtenridder?

Nee. Ondanks de sportieve R-line aankleding is de Up een beetje een lammetje. Een lief lammetje, dat wel, maar wel eentje die hard wegrent als er een wolf nadert. Het onderstel is op zich niet slecht maar de tamme motor en indirecte besturing gooien roet in het eten voor de liefhebber. De handbak maakt het rijden leuker, al schakelt de bak wel een beetje hakerig en reageert het koppelingspedaal wat vertraagd op mijn linkervoet. Daar staat tegenover dat de Up wel comfortabel is. Het onderstel voelt volwassen aan, de auto is redelijk stil en de rechtuitstabiliteit is – voor een kleintje – niet verkeerd. Tenminste, als je netjes 100 rijdt. Bij 155 op de teller zit je wel wat meer te schudden in de Up. Is niet erg hoor, want het duurt sowieso even voordat je die snelheid haalt.

Wat is het grootste nadeel?

Volgens sommige collega’s is deze auto ongunstig voor je masculine entiteit. Dat is voor mij natuurlijk geen probleem, want daar had ik al best veel van al zeg ik het zelf ;). Maar als je al tekort hebt aan het mannelijk goedje dan is een gouden Up zeker niet je beste keus. Want ik werd door al mijn collega’s keihard uitgelachen. Toch had ik wel een band met mijn Upje opgebouwd, want ik heb mijn Upje wel met hand en tand verdedigd. En uiteraard het peper- en zoutvaatje geleegd in de koffie van de collega die het hardst aan het lachen was. Vanzelfsprekend. Het mag een schaap van een auto zijn, nobody f*cks with my Upje ;).

Wat kost deze kleine dwerg?

Ik wilde al ‘bijna niets’ schrijven maar je bent (inclusief opties) toch al snel bijna 20 mille kwijt voor deze versie. Dat is toch al best prijzig. Kleine autootjes worden dankzij onze bpm steeds duurder. Het prijsverschil met de Volkswagen Up GTI is maar 4 mille. Gelukkig is dit soort autootjes wel extreem goedkoop in het gebruik. De wegenbelasting en verzekeringskosten zijn echt tientjeswerk. Daarnaast schrijf je bijna niets af omdat gebruikte kleine autootjes gewoon heel erg geliefd zijn. Je schrikt je rot als je ziet wat je nog moet betalen voor een 3 jaar oude Up. Financieel gezien is dit dus nog steeds een briljant autootje en ook is de Volkswagen Up in de private lease heel erg gunstig omdat de rente zo laag is. Kan echt een optie voor je zijn.

Conclusie?

Ja, ik ben wel fan geworden van het Upje. Ondanks de (te) magere motorisering en gebrek aan rijdynamiek. De som der delen klopt gewoon. De Volkswagen Up biedt nog steeds heel veel waar voor je geld. Een handzaam, zuinig, goed gebouwd, compact, comfortabel en toch ook praktisch autootje.  Dat rijplezier niet voorop staat is jammer, maar gelukkig hebben we de Volkswagen Up GTI nog. Die vermaakt wel. Zo biedt de Volkswagen Up voor ieder wat wils. 

Eindcijfer: 7+
+ Ondanks kleine formaat toch heel erg praktisch
+ Als totaalpakketje echt wel oké.
– Driecilinder mist wel wat pit.
– Bijna 20 mille is toch wel even schrikken.