Rijtest: SEAT Ibiza 1.0 TSI FR (2021)
De SEAT Ibiza is één van mijn favoriete auto’s in het B-segment. Recent heeft SEAT de Ibiza voorzien van een facelift. Met name het interieur is stevig aangepakt. Kan de SEAT Ibiza nog een paar jaar mee of kun je beter je geld elders besteden?
Een vernieuwde Ibiza? Nee toch?
Er zijn auto’s waar je echt twaalf keer naar moet kijken om te zien dat er een facelift is uitgevoerd. Bijvoorbeeld de SEAT Ibiza. Van buiten zie je de wijzigingen alleen als je weet waar je moet kijken. Het grootste zichtbare verschil is de fleurige Ibiza-letter op de kofferbak. Altijd weghalen, want dat ziet er niet uit. Als je het portier opent zie je wel dat de auto het predikaat ‘nieuw’ verdient. Het interieur is grondig aangepakt. En laat dat nou precies het punt zijn waar de meeste verbetering is te halen.
Welke verbeteringen zien we?
Allereerst in materialen. Bij de pre-facelift was de bovenkant van het dashboard nog knalhard plastic en nu is dat soft-touch. Ook is het scherm wat groter en heeft SEAT ‘ambient lighting’ toegevoegd. Dat hebben ze gedaan rondom de ventilatieroosters. Apart, maar wel leuk voor de variatie. Qua materialen is het een stap vooruit en als je de FR uitvoering kiest krijg je nu ook een zwarte dakhemel. Dat was voorheen niet het geval. Gebleven zijn de voortreffelijke sportstoelen, het FR-sportstuur en de rode stiksels. Al met al een leuk interieurtje. Het grote scherm is grafisch en mogelijkheden een stap vooruit, maar qua bediening en reactiesnelheid word ik af en toe wel een beetje verdrietig. Zoals bij eigenlijk alle nieuwe VAG’s het geval is. Gelukkig bedien je de airco nog via een apart paneeltje en vind je op het stuurwiel nog echte knopjes en niet die haptische feedback ellende.
Zijn de motoren ook vernieuwd?
Nee, de VAG-groep richt zich op elektrische krachtbronnen. De benzinebroertjes worden eigenlijk niet meer vernieuwd. De 1.0, 1.5 en 2.0 TSI-motoren gaan echt al lang mee. In de Ibiza is het aanbod ook nog eens verrassend klein. Je kunt kiezen uit een driecilinder 1.0 TSI met 95 pk (handbak of DSG) en de 110 pk versie (alleen DSG). De 1.5 TSI met 150 pk is in Nederland helaas niet leverbaar. Te duur vanwege de bpm. Onze testauto is de 95 pk 1.0 TSI met handgeschakelde vijfbak. Daar hebben we meteen het eerste nadeel te pakken, want ik heb liever een zesbak. Toch is de combinatie best prettig in de praktijk. De motor is vlot en soepel genoeg voor de saaie Nederlandse kilometers en de vijfbak schakelt licht en redelijk precies. Heel stiekem vind ik dit een betere combinatie dan dezelfde motor met de automatische DSG-versnellingsbak (die we kennen uit de duurtest Polo). Die versnellingsbak schakelt namelijk een beetje lomp en bokkig en de motor klinkt wat rauw bij een kickdown. De combinatie met de handbak voelt gewoon wat geciviliseerder en verfijnder aan. Het is nog steeds dezelfde motor, maar het lijkt allemaal wat beter in balans te zijn. Als je dan ook nog bedenkt dat de handbak 3.000 euro goedkoper is, dan is de conclusie snel getrokken.
Hoe zijn de prestaties?
Op zich voldoende. De 0-100 sprint kost 10.9 seconden en als je geduld hebt is een topsnelheid van 186 kilometer per uur mogelijk. Toch mis je in een kleine semi-sportieve auto net even die 20 a 30 pk voor de leuk. Nu merk je dat de motor onderin nog wel levert maar nooit die extra punch heeft om het leuk te maken. Sterker, boven de 5.000 toeren voelt de driecilinder wat geknepen aan. Het is echt zonde dat de 110 pk versie met handgeschakelde zesbak niet meer leverbaar is. Van de pre-facelift weten we dat die combinatie echt al heel fijn was. Overigens is er met het tuningspotentieel van de driecilinder weinig mis. Met een chip op maat is 145 pk haalbaar. Qua motorgeluid hoef je niet al te veel te verwachten van de Ibiza. Op zich is het lovenswaardig dat SEAT zich weet in te houden met overdreven ‘speakersound’, maar ik ken ook driecilinders die inspirerender klinken. Ook in eigen VAG-stal. Stil is de auto wel. De isolatie is – voor dit segment – prima te noemen.
Hoe is het onderstel?
SEAT heeft echt gekozen voor een vrij sportieve set-up en daar moet je wel van houden. Heel hard wordt het gelukkig nooit, maar er zit wel een kleine mate van onrust in de auto als het asfalt niet biljartlakenglad is. Vlaamse lezers doen er wellicht beter aan om de sportieve FR te laten staan. Aan de andere kant: je kunt er wel lekker bochten mee draaien. De koets blijft dan mooi vlak. Persoonlijk zou ik in Nederland altijd voor de FR kiezen. De besturing mist helaas dat ietsiepietsie scherpte om de rijbeleving naar een hoger niveau te tillen. Het is een typische VAG-installatie. Prima voor de alledaagse kilometers maar het stuurgevoel is wat te afstandelijk voor de sportieve automobilist. Combineer dit met de a-sportieve motor en je komt wel vrij snel tot de conclusie dat de SEAT nooit echt je sportieve hart gaat winnen. Het is (ruim) voldoende, maar wel zonder echte franje. Daar staat tegenover dat de auto wel heel volwassen en robuust aanvoelt. Op topsnelheid is de rechtuitstabiliteit echt nog steeds voortreffelijk.
Wat doet SEAT wel heel erg goed?
De ‘value for money’. Al begint de bpm wel echt een molensteen om de nek te worden van iedere nieuwe auto. Maar daar hebben alle concurrenten ook last van. Je krijgt met de Ibiza wel gewoon veel auto voor je geld. De auto is – voor het segment – erg ruim, degelijk gebouwd, de uitrusting is weldadig en de sportstoelen zitten ook heel erg prettig. In basis rijdt een Volkswagen Polo (met sportonderstel) niet anders. Zoals de fit&finish in een Polo ook niet beter is. De SEAT is alleen een paar mille goedkoper (zeker als je wat extra opties toevoegt). Laat staan als je de auto vergelijkt met de technisch gelijkwaardige Audi A1. Dat maakt de SEAT Ibiza nog steeds een hele goede keus in het segment. Leuk detail is dat ledkoplampen standaard zijn en dat je ook nu weer hele interessante business uitvoeringen kunt bestellen. Dan krijg je een afgeladen volle Ibiza voor pak hem beet 28 mille.
Dus?
Je zou op twee manieren naar de auto kunnen kijken. Je zou kunnen zeggen dat de auto qua rij-eigenschappen eigenlijk nauwelijks is aangepakt ten opzichte van de voorganger. Dat klopt. Dat zou je als een nadeel kunnen zien, maar dat is het eigenlijk niet. Want in basis is dit nog steeds een prettig rijdende auto. Geen sportieve auto, maar wel een prettige en heel erg volwassen auto. De winst zit hem vooral in het interieur en dat telt toch wel. De betere materialen. De zwarte dakhemel. Dat maakt de auto net even iets meer af. De SEAT Ibiza blijft nog steeds een goede keus in dit segment. Een degelijke semi-sportieve auto. Jammer alleen dat de 1.5 TSI niet leverbaar is, of een zuinige plugin-hybride. Dan had ik wellicht zelfs overwogen om onze duurtest Polo een keertje in te ruilen.
Eindcijfer: 7.5
+ Ziet er leuk uit
+ Goede prijs-kwaliteit
+ Volwassen rijkarakter
– Beperkt motoraanbod
– Het grote beeldscherm is niet echt gebruiksvriendelijk.
Deze rijtest werd mede mogelijk gemaakt door Wealer Venlo.