Rijtest: Polestar 2 Long Range Dual Motor (2021)
Het leuke van elektrische auto’s is dat er opeens enorm veel nieuwe merken op de automarkt zijn. Natuurlijk hebben we Tesla gehad, zijn de Chinezen aan een opmars bezig en wil CUPRA het sportieve EV-merk worden. Ook Polestar timmert hard aan de weg. Vandaag rijd ik de Polestar 2, een auto die we in Nederland al regelmatig kunnen spotten. Ook een auto waar je de band met moeder Volvo duidelijk terug kan zien.
Hoe zit die band dan?
Die is vergelijkbaar met die tussen CUPRA en SEAT. Polestar is de sportieve tak van Volvo en put gretig uit de grote Volvo-onderdelenbox. Voorheen voorzag Polestar gewone Volvo’s van wat meer peper (zie rijtest Volvo S60 Polestar), maar nu bouwen ze ook eigen (elektrische) modellen. Maar nog steeds ademt alles Volvo. Kijk naar het interieur en je ziet dezelfde knopjes en hetzelfde infotainment als in een Volvo. Ook de stoelen komen uit de Volvo-fabriek. Zelfs bij het uiterlijk heeft Polestar weinig moeite gedaan om de relatie met Volvo te verhullen. Toch is de lancering van een sportief submerk een slimme zet. Moeder Volvo heeft nogal last van ‘policor’. Alle Volvo’s mogen niet harder dan 180 kilometer per uur en dikke motoren zijn steeds meer uit den boze. Volvo is een beetje de Greta Thunberg onder de autofabrikanten. Prima voor de doelgroep, maar bij sportieve automobilisten krijg je daarvoor de handjes niet op elkaar. Daarom heeft Volvo dus het submerk Polestar gelanceerd. Dan kun je de politieke correctheid lekker loslaten en hoef je de auto’s dus niet begrenzen op 180 kilometer per uur. Je zou dit natuurlijk hypocriet kunnen noemen (is het ook!), maar voor ons liefhebbers is dit niet per se verkeerd. Beter iets dan niets.
Welke motoren zijn leverbaar?
De Polestar 2 is verkrijgbaar met verschillende motoren. De instapversie is de ‘standard range single motor’ met 225 pk. Deze motor heeft een bereik van 420-440 kilometer. Tegen bijbetaling (3.306 euro) kun je het bereik verhogen naar 510-540 kilometer, al blijft het vermogen dan gelijk. De ‘long range dual motor’ heeft maar liefst 408 pk en een range van 450 – 480 kilometer. Dit zijn uiteraard veelal theoretische waarden. In de praktijk is de reikwijdte echt wel minder, zeker als je het vermogen vaker aanspreekt. Bij de ‘single motor’ is dit niet zo’n issue. Die doet er een weinig indrukwekkende 7.4 seconden over om onze maximumsnelheid te bereiken, dus de neiging om steeds sprintjes te doen kun je makkelijk onderdrukken. Bij de ‘dual motor’ is dat een stuk lastiger want die is echt fors sneller. Hetzelfde sprintje kost je nu slechts 4.7 seconden. Dat begint er meer op te lijken. Je snapt dat ik (uiteraard) de 408 pk ‘versie heb meegenomen. De topsnelheid is overigens begrensd op 200 kilometer per uur. Dat zie je vaker bij elektrische auto’s. Batterij-auto’s zijn (nog) niet geschikt voor langdurig snel Autobahnwerk. Al laat Tesla zien dat het wel kan, want de Tesla Model 3 Performance heeft een topsnelheid van 261 per uur. Die je ook gewoon haalt.
Wat valt op aan onze Polestar 2?
Dat het een megadikke auto is. Ik vind het ontwerp echt extreem geslaagd en dat alleen al zou voor mij reden kunnen zijn om de auto aan te schaffen. Onze testauto is ook nog eens voorzien is van het optionele Performancepack (6.000 euro). Dat zie je aan de gele remklauwen en de gele gordels in het interieur. Optisch echt wel heel erg gaaf, maar dat is natuurlijk niet genoeg om de stevige meerprijs te rechtvaardigen. Dus monteert Polestar ook Öhlins Dual Flow Valve schokdempers, Brembo aluminium remklauwen met vier zuigers vooraan, 20 inch velgen en 20 inch Performance zomerbanden. De hoge prijs is deels verklaarbaar vanwege de Öhlins dempers. Die behoren echt wel tot ‘the best of the best’ . Daar betaal je natuurlijk wel een hele stevige prijs voor. De dempers zijn overigens ook verstelbaar. Het enige lastige is dat je dit met de knietjes op de grond mag doen met een een schroefsetje. Opmerkelijk dat dit niet via een knopje op het dashboard kan. Ik zie namelijk niet heel veel Polestar eigenaren dit doen. Dan maar hopen dat de ‘af fabriek’ setting goed genoeg is.
Is dat ook het geval?
Ja, meer dan. De demping is echt voortreffelijk. Het is lastig vergelijken omdat ik de versie zonder Performancepack niet heb gereden maar ik kan me nauwelijks voorstellen dat deze net zo fijn rijdt. Je voelt de doorontwikkeling en topkwaliteit van de dempers als je met je Polestar over minder goed asfalt rijdt. Ja, de auto is in basis iets stugger dan gemiddeld maar toch heb je daar nooit maar dan ook echt nooit last van omdat de schokbrekers dit heel goed absorberen. Tegelijkertijd merk je dat de auto in bochten – zeker voor het type auto – nauwelijks overhelt. Er zit daadwerkelijk best wel wat sportiviteit in. Gecontroleerde sportiviteit overigens want dit is geen wilde auto die alle kanten opvliegt. Overstuur is de auto vreemd en pas na heel hard pushen zit er wat onderstuur in de auto. Voor je gevoel is de auto echter 300 kg lichter dan hij daadwerkelijk is (leeggewicht meer dan 2000 kg). Knap gedaan! Dus ja, alleen al vanwege de dempers zou ik het Performancepack altijd aanvinken. Het stuurgevoel is ook best oké, al vind ik de besturing in comfortmode net wat meer respons geven dan de (te) zware sportmode. Die zware stand is gek genoeg bij normaal rijgedrag weer prettiger.
Hoe is het comfort?
Ook goed dus. Ondanks – of juist dankzij – de fantastische Öhlins dempers. Stevig, maar wel heel vergevingsgezind. Dat is niet alles. Ondanks de 20 inches blijven banden- en windgeruis meer dan prima binnen de perken. Uiteraard zitten de stoelen ook formidabel, dat zijn we van moeder Volvo wel gewend. Daarnaast zit er een relatief lange slag in het acceleratiepedaal zodat je heel mooi gedoseerd kunt versnellen. Dat is in de praktijk erg prettig, want de Polestar is namelijk een rappe auto. Zo rap dat je bij sprintjes vanuit stilstand er goed aan doet om je passagier even te waarschuwen, want je nek klapt wel even dubbel. De acceleratie is zeker op de eerste meters furieus te noemen. Maar ook op de snelweg zet je echt stappen met deze auto. Een sprintje van 100 naar 180 kost voor je gevoel twee keer knipperen met de ogen. In de praktijk rijd je dus gewoon met een razendsnelle auto en dat doet toch iets voor de rijbeleving. Wat ik ook fijn vind is dat de mate van regeneratief remmen in drie verschillende standen is in te stellen. Van heel erg fors tot bijna niet. Voor ieder wat wils.
Hoe is het interieur?
Zoals we eerder schreven heel erg Volvo-esk. Op zich slim, want dat betekent dat de afwerking en gebruikte materialen gewoon goed zijn. Plus milieuvriendelijk want de gebruikte materialen en stoffen zijn allemaal ecovriendelijk, zonder dat je het idee hebt dat het kwalitatief teleurstellend is. Dat hebben ze goed gedaan, al haalt Polestar het afwerkingsniveau en materiaalgebruik van de ‘premium’ Duitsers net niet. Qua infotainment is de auto wel bij de tijd. Er zijn bijvoorbeeld veel Google-functies geïnstalleerd en dat is heel handig voor de herkenbaarheid. Plus dat dit gewoon goed werkt. Over werken gesproken, het touchscreen reageert meestal direct op je vingers. Daar kan VAG nog wel wat van leren. Qua binnenruimte valt de Polestar 2 een tikje tegen. Met name achterpassagiers zitten niet bepaald ruim. Een Volkswagen ID.4 biedt bijvoorbeeld echt veel meer ruimte. De bagageruimte is met 405 liter (1095 liter met achterbank plat) ook ondergemiddeld te noemen voor een auto van dit formaat.
Wat mag dit kosten?
De Polestar 2 met de 408 pk motor is verkrijgbaar vanaf 53.900 euro. Best een scherpe prijs. Polestar biedt geen losse opties aan maar je kunt wel kiezen voor het eerder genoemde Performancepakket (6.000 euro), Pluspakket (4.500 euro) en Pilotpakket (3.500 euro). Bij het pluspakket krijg je onder meer een warmtepomp (komt de praktijkrange echt ten goede!), panoramisch glazen dak, Harman Kardon audio (erg goed!), elektrische stoelen, verwarmde achterbank + stuur, draadloos laden, wat meer binnenverlichting en nog wat frutsels cadeau. Bij het Pilotpakket krijg je Pixel ledkoplampen inclusief lichtanimaties (‘whatever the hell’ dat mag zijn), 360°-parkeerhulpcamera’s en allerlei veiligheids- en assistentiesystemen (onder meer adaptieve cruisecontrol, dodehoeksensor, rijstrookhulp en park assist). Stiekem vind ik de prijzen voor deze pakketjes nog best wel stevig, dus vraag je wel af of dit echt nodig is. Goedkoper Polestar rijden kan ook. De single range met kleinste accu is vanaf 45.900 euro verkrijgbaar. Dat is ook meer dan acceptabel te noemen. Een laadsnelheid van max 150 kWh/uur bij een snellader vind ik anno 2021 al minder indrukwekkend, er zijn inmiddels concurrenten (Kia, Audi, Porsche, Hyundai, Tesla) die snelheden tot 250 kWh/ uur halen.
Conclusie
De Polestar 2 is een uitstekende auto. Niet meer en zeker niet minder. Dit is een auto die het kan opnemen tegen de Tesla Model 3. Sterker nog, qua rijden verkies ik deze boven de Tesla 3. De Polestar 2 stuurt een tandje strakker, heeft een mooier interieur en ademt meer luxe en kwaliteit uit. Dit is misschien wel de fijnst rijdende EV in het segment. Nu nog de laatste puntjes op de i zetten, Polestar. Want laadsnelheden van max 150 kWh per uur vind ik niet zo indrukwekkend en als ik eerlijk ben geldt voor de range hetzelfde. Dat doet Tesla echt nog wel beter. Daarom zou ik – na lang nadenken – toch voor de Tesla Model 3 kiezen. Maar toch, als je een EV moet rijden in deze prijsklasse, dan moet deze heel hoog op je lijstje staan. Zeker als je met de range prima kunt leven.
Eindcijfer: 8+
+ Gave auto om te zien.
+ Uitstekende rij-eigenschappen.
+ Bloedsnel.
– Niet heel erg ruim.
– Range en snelladen niet fantastisch.
Bedankt Christian voor het goede verslag. Heb ik het goed voor dat een Tesla Model 3 Performance op puur sportief vlak (acceleratie, wegligging, stuur en remmen) nog beter is?
Nee, juist andersom. Tesla is beter qua range en laden. En dat vind ik bij een ev heel erg belangrijk nog steeds.
Knappe prestatie van Volvo euh Polestar! Zeker omdat in een filmpje van Autovisie te zien is hoe een Tesla Model 3 Performance sneller is (zowel in een rechte lijn als in bochten) dan een Mercedes C43 AMG en dat zelfs de supersportieve Alfa Romeo Giulia Quadrofiglio alle zeilen moet bijzetten om de Tesla te volgen op circuit. Hier de link naar het bewuste filmpje van Autovisie https://www.autovisie.nl/video/tesla-model-3-vs-mercedes-c43-amg-en-alfa-romeo-giulia-q/
De Polestar moet dus echt wel supergoed zijn!
De Polestar heeft 3 belangrijke ‘minnen’ en dan toch een 8+?
Het hoge cijfer op basis van snelheid, terwijl de range al laag is? Laadsnelheid valt tegen!
Uiterlijk is toch persoonlijk. De rijeigenschappen als enige van belang. En is niet zo ruim!
Hoezo een 8+?
Heb niets tegen een Polestar 2 hoor, ook al zie je ze weinig.
Testen is toch een vak.
Rij zelf als vervangende auto momenteel een Polestar Single motor (de eerste generatie dus met de motor op de voorwielen). Dat rijdt echt dramatisch beroerd wat mij betreft. De dual motor variant is een compleet andere auto dan deze. De Polestar met single motor op de vooras krijgt van mij als gehele ervaring een krap zesje. De dual motor krijgt van mij zeker geen 8+ maar een 7+ zit er absoluut in.