Rijtest: Opel Astra Sports Tourer PHEV (2024)
Is dit alles? Dat zou wat mij betreft de kop boven dit artikel moeten zijn. De Opel Astra Sports Tourer stelt als verwenmobiel namelijk ernstig teleur.
Wat mankeert er dan aan?
De auto geeft me een beetje die jaren 80 Opel-vibe. Het swingt niet bepaald. Want als je eenmaal binnen plaatsneemt is het allemaal erg grauw, saai, grijs en ook wel een beetje plastic-fantastic. Het interieur heeft de uitstraling van een winkelcentrum in Emmeloord. Het is functioneel, maar je stapt niet voor je lol naar binnen. En als je naar de digitale presentatie kijkt, dan valt dit anno 2025 ook wel een beetje tegen. Alsof je teruggaat naar 2018. Te digitaal is natuurlijk ook niet goed, maar iets meer zou wel mogen. Ook mis ik sfeervolle ambient lighting. Het zijn kleine dingen, maar tel ze op en het begint te knagen.. Waar ik sowieso ‘minder, minder, minder’ bij schreeuw is het veelvuldig gebruik van de zwarte pianolook plastic accenten. Ziet er goedkoop uit en het maakt snel vlekken. Het uiterlijk? Het is niet direct een lelijke auto, maar schoonheid is ook ver te zoeken. Het is vooral heel erg saai. Eigenlijk heel erg Opel, al hebben ze in het verleden best ook mooie auto’s gemaakt. Zie de Opel Insignia en vorige generatie Opel Astra OPC. Op die laatste ben ik echt wel even verliefd geweest. Het is dat de Opel dealer niet thuis gaf. Het werd dus een Renault Megane RS.
Wat is er wel goed?
Minder digitaal betekent ook meer knoppen en dat is voor de bediening best prettig. Hier verdwaal je niet snel in allerlei submenu’s en dat komt de verkeersveiligheid ten goede. Ook zitten de speciale AGR-sportstoelen ronduit goed. Dit kunstje beheerst Opel al jaren echt goed. En er is meer waar ik best positief over ben. De 180 pk plug-in hybride is een fijn blok met een heel bruikbaar vermogen en koppel. Het is een prettige en verfijnde aandrijflijn en het switchen tussen de elektro- en benzinemotor verloopt nagenoeg rimpelloos. Qua vermogen kom je ook zelden iets tekort en bij snelheden van 180 kilometer per uur voelt de auto strak en stabiel aan. Het is geen ultieme uitblinker, maar wel een probleemloze auto om van A naar B te komen. Waarbij je qua bagageruimte goed zit (510 liter), maar waarbij de beenruimte achterin wat mager is.
Kun je er leuk mee sturen?
Nee, niet echt. Dit heeft vooral te maken met het gebrek aan consistentie in de besturing. In normale modus te licht en gevoelloos en in sportmode te zwaar maar nog steeds te indirect. Er blijft een wat irritante vaagheid in de middenstand zitten. Het onderstel is verder prima voor je saaie woon-werkkilometers, maar voor het sportieve werk mis je weer net even die connectie. Er wordt te veel weggefilterd. Het weggedrag is veilig, voorspelbaar en vooral heel erg braaf. Again, prima om van A naar B te reizen, maar verwacht niet een avondvullend programma met heel veel entertainment en losbandigheid. Het is als een zaterdagavond op RTL4. Om snel te vergeten dus. En als je gaat voor de grootste elektrische range, dan valt deze Astra ook wat tegen. Volgens de fabriek moet de Astra 66 kilometer volledig elektrisch kunnen rijden. Concurrenten als de Skoda Octavia, SEAT Leon en Volkswagen Golf halen het dubbele.
Wat vergeet je niet?
De aanschafprijs. Want die is met 37 mille voor een 1.2 liter driecilindertje al best stevig. De plug-in is verkrijgbaar vanaf 40 mille voor de hatchback en voor de Sports Tourer ben je 42 mille kwijt. Dan krijg je de business edition en heb je al best een aardige standaarduitrusting, maar het blijft veel geld. Voor 4 mille extra kun je ook een wat sportievere aankleding kiezen met de GS-uitrusting. Leuk, maar niet noodzakelijk. Pak ik de prijslijst van de concurrentie erbij, dan kun je bij SEAT al voor 34 mille een 204 pk plug-in aanschaffen. Met vergelijkbare uitrusting. Dan is het prijsverschil toch echt wel (te) groot. Er is overigens ook een 225 pk plug-inversie van de Astra leverbaar, maar die kun je alleen als GSE krijgen. Een soort van semi-sportieveling, al moet je je daar niet al teveel van voorstellen. Die motorisering voegt ten opzichte van de 180 pk versie niet al te veel toe en het is echt niet zo dat die auto opeens spectaculair anders rijdt. Zeker als je leest dat die versie al dik 50 mille moet kosten. Dus de 180 pk versie is de gouden middenweg als je een Opel Astra kiest. Een 0-100 sprint van 7.9 seconden en een topsnelheid van 225 kilometer zijn helemaal niet verkeerd in je Astraatje. Er zijn vast Volvo-rijders die dit ook graag zouden willen ;).
Conclusie?
De Opel Astra Sports Tourer is vooral een auto voor mensen die zonder poeha van A naar B willen. En met de plug-in doe je dat wat vlotter dan gemiddeld. Maar het is ook een auto die je als liefhebber moet negeren, want er is niets aan de auto waar je echt blij van wordt. Op de stoelen na. Voor de rest is het grauwe middenmoot. Mijn advies: er zijn gewoon betere alternatieven in deze klasse. De Skoda Octavia voor als je ruimte zoekt en de SEAT Leon voor als je een beetje plezierig wilt sturen – en nog steeds ruimte zoekt. En als je toch voor oogsnoep wilt gaan, dan is de Peugeot 308 wel een aardige auto. Technisch identiek aan de Opel Astra, maar wel met flair. Met andere woorden, deze Opel Astra maakt niemand echt gelukkig. En dat voor een veel te hoge prijs.
Eindcijfer: 6
+ Goede stoelen
+ Bediening
– Te prijzig
– Voelt aan als een 2018 auto
– Vooral ook heel erg saai
Vermogen 180 pk, 360 nm |
0-100 7.7 sec |
Topsnelheid 225 km/h |
Motor 1.6 ltr viercilinder turbo, plugin-hybride |
CO2 uitstoot 29 g/km (WLTP) |
Vanafprijs (NL) 42.000 euro (PHEV Sports Tourer) |
Minimale bagageruimte 516 liter |
Leeggewicht 1.617 kg |
Hoe is het met de M2?