Rijtest: Mini Cooper S (2021)

Herken jij de vernieuwde Mini  Cooper S ten opzichte van zijn voorganger? Als je heel goed kijkt zie je dat de voorkant wat is aangepast, maar heel groot zijn de wijzigingen niet. Onderhuids al helemaal niet, want motoren en onderstel zijn dezelfde.

De Mini Cooper S is optisch nog steeds een sterk nummer.

Optisch nog steeds een sterk nummer.

Wat betekent dat in de praktijk?

Je hebt vijf smaakjes. De Mini One heeft een driecilinder onder de kap met 102 pk, dezelfde driecilinder in de Mini Cooper is goed voor 136 pk en in de Mini Cooper S en JCW zorgt een tweeliter turbomotor voor respectievelijk 178 en 231 pk. Ook is er een elektrische Mini met 184 pk. Voor elk wat wils dus. Dat geldt ook voor de opties en de vele mogelijkheden om je auto te individualiseren. Mini put rijkelijk uit het BMW-magazijn en je kunt je Mini heel fraai aankleden. Uiteraard tegen extra betaling. Zo werkt het bij Mini natuurlijk ook. De vanafprijzen zijn helaas ook al fors, dus je moet wel een stevig gevulde beurs hebben als je de Mini-showroom binnenstapt. Of minder opties aanvinken. Maar dat wil je liever niet. Over prijzen gesproken. De One is verkrijgbaar vanaf 26.990 euro, de Cooper kost 28.990 euro. De sportieve Cooper S en JCW kosten respectievelijk 36.990 en 47.490 euro. Qua ‘value for money’ is de gewone Mini Cooper de beste versie. Bij de JCW pre-facelift constateerde ik dat deze versie het geld niet waard is. Dat zal nu niet anders zijn.

Mini Cooper S

Das wel het leuke van Mini. Je kunt qua design echt alle kanten op.

Hoe bevalt de ‘gedowntunede’ motor?

Ja vrienden. Waar je normaal altijd meer vermogen krijgt, moet je als Cooper S-rijder wel even slikken als je constateert dat het vermogen is gezakt van 192 naar 178 pk. Dit vanwege emissie-geneuzel. Desondanks merk je hier in de praktijk niks van. De motor voelt net zo potent aan als de voorganger en is in staat om leuke stapjes te zetten. De 100-200 sprint kost 20.6 seconden (Dragy gemeten) en de 80-120 sprint doe je 4.0 seconden. Dat zijn prima tijden. Een 0-100 tijd van 6.6 seconden (fabrieksopgave) is eveneens dik in orde. Het is overigens niet echt een sportieve motor qua karakter, maar midrange presteert de tweeliter turbomotor niet onverdienstelijk. Het geluid is eigenlijk niet anders dan bij andere sportieve Mini’s. In sportmode hoor je een kunstmatig roffeltje. Klinkt niet onaardig, maar heel stiekem vind ik het geluid in comfortmode wat mooier en voller. Qua heftigheid valt het geluid wel een beetje tegen. Anno 2022 heb je geen pops and bangs meer en ook blijft de uitlaat altijd op de achtergrond. Hoe anders was dat 5 jaar geleden nog. Zonde.

Dragy overzicht Mini Cooper S

Een 100-200 tijd van 20.6 seconden is zeker niet verkeerd.

Wat zijn mijn grootste irritatiepunten?

Ik erger me bij een Mini steeds weer aan het bovenmatige wind- en bandengeruis. Echt vreselijk onnodig. Vooral boven de 120 wordt het irritant en op de Autobahn zelfs ronduit storend. Ik snap best dat de rechtopstaande voorruit bij het ontwerp hoort, maar je betaalt er wel een hoge prijs voor. Een te hoge prijs wat mij betreft. Een andere ergernis is het nieuwe display achter het stuurwiel. Had dat anno 2021/2022 niet wat mooier gekund? Datzelfde geldt ook voor het fragiele schermpje van de head-up display. Last but not least, de automatische versnellingsbak wil soms geforceerd laten merken dat hij een sportieve jongen is. Nergens voor nodig. Zoals zo vaak is geforceerde sportiviteit eerder een bron van irritatie dan dat het inspiratie oplevert.

Interieur Mini Cooper S 2021

Fraai interieur, maar het display achter het stuur is wat minder fraai. Net als het fragiele schermpje voor de head-up-display.

Wat vind ik wel heel fijn bij de Mini?

De uitstraling. Het is gewoon nog steeds een gaaf en iconisch karretje. Ik word er blij van. Het is een mooie combinatie van sportief en aaibaar. Niet alleen het exterieur, maar ook het interieur is gewoon bijzonder fraai. Niet alleen optisch, maar ook qua materialen mag de Mini met recht het ‘premium’ oormerk dragen. De bruine lederen bekleding is wellicht wat gewaagd voor sommigen, maar geeft wel net even dat extra ‘club lounge’ gevoel. De hoge mate van individualisering is misschien schrikken als je de eindprijs ziet, maar het is wel fijn dat je weinig concessies hoeft te doen als het gaat om het toevoegen van opties die jij belangrijk vindt. Neem de Harman Kardon-audio, dat is echt een hele goede set. Kost wat, maar heb je ook wat.

Mini Cooper S interieur

Bruin leer, altijd doen!

Hoe is de wegligging?

Bij de pre-facelift was ik nog wat teleurgesteld in het dynamische karakter van de auto. Het is geen messcherpe hothatch. Eerder lauwwarm. Wellicht zijn het de andere verwachtingen, maar deze Mini Cooper S viel me eigenlijk niet eens tegen. Het stuurgevoel is typisch Mini-esk zwaar en het onderstel biedt gelukkig nog wel wat leven. Doordat je met minder vermogen onderweg bent, heb je ook minder last van wielspin en dat soort gekkigheid. Je kunt wat vloeiender rijden en wat meer genieten van de rit in plaats van je te ergeren aan weer die blokkerende voorwielen. Alhoewel je bij een stoplichtsprint echt wel rekening moet houden met bokkende voorwielen. En ‘make no mistake’, de Mini Cooper S (of JCW) is absoluut geen match met bijvoorbeeld de Ford Fiesta ST. Dat is een veel leukere stuurmansauto.

Frontje Mini Cooper S

Het vernieuwde frontje bevalt me goed.

En het comfort?

Op het wind- en bandengeruis na is het comfort acceptabel. De auto is stevig geveerd, maar je nieren blijven wel op dezelfde plek zitten. Het is te doen. Met de adaptieve dempers zelfs een klein beetje beter te doen en als je slim bent kies je voor het comfortonderstel en niet het sportonderstel. Maar dan nog blijft het een sportief geveerde auto. Op hoge snelheid is de auto een tikje nerveus, maar ook dan is het – wederom – wel te doen. De standaard sportstoelen zitten overigens goed. Optioneel kun je nog JCW-sportstoelen bijplussen maar die kunnen niet in combinatie met leder. En leder vind ik in een Mini Cooper S wel weer gaaf. De JCW-sportstoelen zijn wel geschikter voor het stevige sportieve werk, maar aan de andere kant is de Mini Cooper S daar toch niet echt de auto voor.

Mini Cooper S

Leuk detail: de instapverlichting.

Conclusie?

De Mini Cooper S is in basis geen verkeerde auto. Een vlotte en leuke semi-sportieve auto die er ook nog eens heel leuk uitziet. Van binnen en buiten. En toch kan ik je nuchter gezien de Mini niet adviseren. Voor de dagelijkse woon-werkkilometers zou ik meer rust en comfort wensen. Voor het betere stuurwerk kun je beter een Ford Fiesta ST kopen en als allrounder is een Volkswagen Polo GTI onverslaanbaar. De Mini Cooper S is vooral leuk als fancy boodschappenautootje of als je het uiterlijk onweerstaanbaar vindt. Houd er wel rekening mee dat je hier stevig voor mag betalen. Heel stevig.

Eindcijfer: 7-
+ Vlotte motor.
+ Gaaf van binnen en buiten.
– Mag wat kosten.
– Rijgeluiden irriteren.
– Kan concurrentie niet bijbenen.

Christian Schilder

Parttime petrolhead met fascinatie voor auto's, snelheid en sensatie.

2 reacties

  1. Stefaan schreef:

    Heeft de Cooper S de motor van de bmw 320i of heeft de cooper s een eigen motor?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten