Rijtest: Mini Cooper C (2024)
De hot hatchback is bijna dood en begraven. Treurig voor ons liefhebbers, maar in het huidige tijdperk is elektrische obesitas het nieuwe sportief. Helaas. En toch gloort er nog hoop, want de nieuwe Mini Cooper C komt dichter in de buurt bij sportiviteit dan de gemiddelde EV.
De Mini Cooper C is toch niet zo sterk?
Nee, dat klopt. Onder de kap geen potente dikke viercilinder. De Mini Cooper C is voorzien van een 1.5 liter driecilinder die goed is voor 156 pk. Zeker geen verkeerd blok. Redelijk vlot, zuinig en nog enigszins betaalbaar (daarover later meer), maar natuurlijk niet een entertainer die de sportieve automobilist naar grote hoogtes stuwt. De driecilinder mist een aansprekende soundtrack, de duw in de rug is niet fors genoeg en bij hoge toerentallen zakt de voorwaartse drang net iets te snel in. Aan de andere kant, voor je saaie Nederlandse kilometers is het voldoende en voor een meerprijs van 5.500 euro kun je ook de Mini Cooper S kiezen. Goed voor 204 pk/ 300 nm. Met een 0-100 sprint in 6.6 seconden en een topsnelheid van 242 kilometer per uur wordt het dan al wat serieuzer. Onze Mini Cooper C doet de 100 sprint in 7.7 seconden. Ook niet verkeerd. De topsnelheid van 225 km/h lijkt overigens best haalbaar. Op de vrij drukke Autobahn tikte ik met gemak even de 200 aan en er zat zeker meer in. En bij een rustige rijstijl rijd je makkelijk 1 op 17.
Wat is erg goed bij deze Mini Cooper C?
Het onderstel. Daar heeft Mini echt wel wat aan gesleuteld. Best verrassend, want de benzineversies van de Mini Cooper zijn gebouwd op hetzelfde platform als de voorganger terwijl de elektrische versie wel geheel nieuw ontwikkeld is. Dan verwacht je dus gewoon meer van hetzelfde. Een gevalletje fraai gebouwde handtas. Mooi om te zien, fijn om in te vertoeven en zeker premium. Maar niet de rijdersauto die je verwacht. Bij de nieuwe is dat anders. Op een aantal punten is de auto echt fundamenteel beter. Neem de besturing. Er zit veel meer gevoel in de installatie en ook zit er veel meer leven in het onderstel. De nieuwe Mini is net zo goed nog een poseur (ik bedoel dat als een compliment), maar koppelt dat nu ook aan de benodigde sportiviteit. Het is een auto met snelle responsen, lichtvoetigheid en eentje waarmee je iedere bocht wilt attaqueren. Je kunt zelfs wat lift-off oversteer opwekken. Natuurlijk is het geen ultieme lichtgewicht maar de hele rijbeleving is hot hatch waardig. Op de motorisering en versnellingsbak na. Maar het belooft wat voor de JCW-versie.
En als je de auto vooraf als fashion statement wilt gebruiken?
Dan kan dat ook. Want de nieuwe Mini ziet er echt heel gaaf uit. Ok, een uitlaatje had niet misstaan, maar met het John Cooper Works (JCW) pakket staat er echt een superdik scheurijzertje op je oprit. Natuurlijk zijn er puristen die vinden dat het John Cooper Works logo alleen voor het topmodel gebruikt mag worden, maar ik kan me wel vinden in het zeer sportieve ontwerp. Het ziet er gewoon tof uit. Neem alleen al die dikke achterspoiler. Maar misschien wel belangrijker voor de poseurs: het onderstel biedt voldoende comfort voor je dagelijkse ritten. Het is natuurlijk geen donzig tapijtje, maar de sportiviteit gaat niet ten koste van de dagelijkse bruikbaarheid. Wel doe je bij deze Mini concessies als het gaat om overmatig windgeruis. Dat is nog steeds een issue. En als ik toch doorga: de zittingen van de stoelen hadden best ook verstelbaar mogen zijn. Is helaas wegbezuinigd.
Is dat de enige bezuiniging?
Nee, ook bij BMW/Mini merk je dat de bomen niet meer tot de hemel groeien. Zo zijn alle knopjes weggesaneerd en merk je dat de gebruikte materialen minder zijn dan bij de vorige generatie. Je vindt veel harde plasticsoorten. Soms nog bekleed met een lapje stof, maar het is echt wel minder mooi. Al ziet het er nog wel origineel en leuk uit. Het infotainmentsysteem is gelukkig wel snel qua rekenkracht en ziet er gelikt uit. Ook al krijg je allerlei driving modes die louter voor de sier zijn en niets toevoegen. Maar vooruit, is de generatie Z ook weer gelukkig. Qua gebruiksgemak ben ik minder tevreden. Het ESP uitschakelen? Zou moeten kunnen, maar ik heb die mogelijkheid niet gevonden. Voor een sportieve auto heel kwalijk. En het gammele schermpje wat dienst moet doen als head-up display? Come on Mini! En als ik doorzeur: het is ook wel balen dat je de auto nauwelijks meer individueel kan configureren. Je hebt twee optiepakketten en that’s it. Makkelijk voor de productielijnen, maar als klant natuurlijk wel jammer. Daar doen de geforceerde en kinderachtige ‘Yeeha’ geluidjes als je de JCW modus selecteert niets aan af.
Ik neem aan dat je dit in de prijs dan ook terugziet?
Helaas pindakaas. Dit is misschien wel het grootste nadeel van de nieuwe generatie Mini. Het is een erg dure auto. Zeker gezien het kleine formaat en zeer beperkte kofferruimte (210 liter). Dit is in de praktijk gewoon een auto voor dinkies (Double Income No Kids). Goedverdienende dinkies, want het feest begint bij 37.000 euro. En voor een Mini Cooper C met JCW-aankleding ben je al 47.000 euro kwijt. Losse opties heb je niet, maar met het XL pakket heb je echt alles aan boord. Dan ben je wel dik 50 mille kwijt. Voor een Mini met een driecilindertje welteverstaan. Dat is echt wel even slikken. Natuurlijk kun je ook voor de elektrische versies gaan. De 184 pk versie (300 km range) is ook verkrijgbaar voor een kleine 37 mille. En ook voor deze Mini geldt dat je met JCW pakketje en optiepakketje zo richting de 50k gaat.
Welke moet je kiezen?
Wat mij betreft de benzinegestookte Mini Cooper C. Dan heb je geen last van ‘range anxiety’ en het onderstel is net even speelser dan die van het elektrische broertje. Dat je dan iets meer kwijt bent aan brandstofkosten, soit. Want de uitstekende rij-eigenschappen maken het de investering wel waard. Dan kan ik ook wel leven met het meer ‘plastic-fantastic’ interieur. Gelukkig oogt de auto van buiten nog steeds heel dik. En ja, nu is het niet all-show and no go! Deze auto stuurt gewoon heel erg goed. Veel beter dan de vorige generatie. En dat is gewoon heel erg fijn in deze tijden van elektrische obesitas! Ik ben bijzonder benieuwd naar de volwaardige JCW-versie. De vorige generatie was lauw bier, maar de nieuwe gaat zeker weten beter worden. Dat kan niet anders. Heeft Mini eindelijk haar ‘mojo’ terug?
Eindcijfer: 7.5
+ Bakken rijplezier.
+ Driecilindertje presteert al best goed.
+ Ziet er supertof uit.
– Prijzig.
– Interieur mwoh.
Vermogen 156 pk, 230 nm |
0-100 7.7 sec |
Topsnelheid 225 km/h |
Motor 1.5 liter driecilinder turbomotor |
CO2 uitstoot 139 g/km |
Vanafprijs (NL) 37.000/47.000 euro (met JCW-pakket) |
Minimale bagageruimte 210 liter |
Leeggewicht 1.235 kg |
Dank @De Maassche Mini Venlo voor het uitlenen van de auto.
Een beetje leuke auto kost tegenwoordig zomaar 40-50 duizend. ik geef het op. Rij nu Fabia model 2015. Best ruim en zuinig, saai en niet vlot, maar snel genoeg om me comfortabel van A naar B te brengen.