Rijtest: Mini Cooper (2012)
Puristen vinden de vorige generatie Mini een veel fijnere rijdersauto dan de huidige generatie. Het enige probleem? Ik heb de vorige generatie Mini nooit gereden. Tot nu, want eindelijk heb ik de sleutel van een Mini Cooper uit 2012 in handen.
Wat is het meest bijzondere aan deze Mini Cooper?
Anno 2021 zeg ik de motor. Een 1.6 liter viercilinder atmosferische benzinemotor. Niks turbo, niks driecilinder maar gewoon een ‘ouderwetse’ toerenbruller. Geen topsporter, want dan moest je de Mini Cooper S kopen. Deze Mini Cooper is goed voor ‘slechts’ 120 pk. Het is wel even wennen als je een turbomotor gewend bent. Bij lage toerentallen gebeurt er niet zoveel en dat is bij normale omstandigheden wel een gemis. Even inhalen op de snelweg betekent dat je stevig moet terugschakelen. Ook bij een sportieve rijstijl is het wennen. Je moet echt de motor op toeren hebben als je bochtuit de juiste reactie wilt hebben. Anders neem je gewoon te weinig snelheid mee. Blijf je boven de 4500 toeren, dan zijn de prestaties best oké en zit er wel wat leven in de Mini. Vooral de directe gasrespons is dan een feestje. Ook klinkt de auto helemaal niet slecht. Hier nog geen speakergeluid en andere digitale onzin. De motor klinkt zoals-ie moet klinken. Een sportuitlaatje zou overigens geen verkeerde investering zijn, want iets meer kan en mag best. Of spaar gewoon door voor een Cooper S. Die klinken wat bruter en daar heb je de broodnodige extra paardjes. Dat zou mijn keus zijn.
Is het interieur nog een beetje up-to-date?
Nee, totaal niet. Het materiaalgebruik was anno 2012 ook al ver onder de maat. Keiharde plastics en een niet al te fraaie afwerking ontsieren het interieur. Een paar details kunnen echt niet. De dakbekleding is van zeer goedkoop stof gemaakt en de lelijk geplaatste cd-sleuf op de middenconsole en het gammele draaiknopje om het beeldscherm te bedienen zien er uit alsof ze zijn besteld bij de Action. De tuimelschakelaars en lederen bekleding zijn leuk, maar kunnen het geheel niet redden. De stoelen zitten gelukkig wel goed en ook ligt het stuurwiel lekker in de hand al is het wel een crime om de rugleuning van de stoel te verstellen. Nee, heel praktisch en premium is het allemaal niet terwijl je ook in 2012 al een flinke prijs moest betalen voor de Mini. Wel een plusje is dat de auto (110.000 kilometer gereden) tijdens het rijden geen rammels of bijgeluiden maakt. Dat is ook niet onbelangrijk.
En het uiterlijk?
Dit blijft natuurlijk het ‘Unique Selling Point’ van de Mini. Dit is vergelijkbaar met de Porsche 911. Een designicoon met heel veel uitstraling. Je hoeft ook niet persé een JCW-pakketje of iets dergelijks te hebben. Een leuk setje velgen voldoet meestal wel. Zoals bij deze Mini Cooper. Leuke striping, zwarte velgjes en het ziet er al snel heel erg leuk uit. Daarnaast is dit ook nog echt een compacte auto en dat maakt de auto aaibaar een sympathiek. Je betaalt daar overigens wel een prijs voor. De kofferruimte is bizar klein en op de achterbank wil je echt niet zitten. Voorpassagiers hebben wel voldoende ruimte voor de benen, maar je zit wel altijd voor je gevoel bij je passagiers op schoot omdat het geen brede auto is. Ook is door de steile voorruit het zicht naar voren wel eens beperkt. Een verkeerslicht bekijken vergt soms wat rek- en strekwerk van de ledematen.
Hoe is het comfort?
Best ok. Deze Mini Cooper heeft het standaard onderstel en dat is eigenlijk best prima. Ja, de auto is wat stugger dan de gemiddelde Volkswagen Polo maar het veercomfort is best goed te doen. Je kunt verkeersdrempels met hoge snelheid pakken zonder dat je de auto uit stuitert. Op de snelweg is het ook een rustige en makkelijke auto om te rijden, eigenlijk valt alleen het windgeruis negatief op. Dat is bij de nieuwe generatie Mini overigens ook een dingetje. Af en toe mis je – zoals eerder al geschreven – wat trekkracht als je vlot wilt inhalen maar dat is het dan ook wel. Als je braaf meetokkelt met het verkeer is de Mini ook nog eens best zuinig. Een verbruik van 1 op 15 moet je met zuinige rechtervoet wel kunnen halen.
Is deze Mini een bochtenriddertje?
Jajaja, absoluut. Het verschil met de nieuwe generatie is groot. De nieuwe generatie is duidelijk volwassener, maar ook veel meer ‘middle of the road’. De 2012 Mini Cooper is echt nog een feestje om te rijden. Een autootje dat je uitdaagt en prikkelt. Neem de besturing. Een heerlijke installatie met een heel aardig stuurgevoel en flink wat stuurprecisie. Of de versnellingsbak. Echt een lekker bakkie om doorheen te roeren. Het onderstel is eveneens heel erg capabel. Niet overdreven spijkerhard, maar wel een goede balans en een leuke mate van speelsheid en ondeugendheid. Dit is gewoon een heel vermakelijk autootje.Een ander voordeel van de 2012 versie ten opzichte van de huidige generatie is het lagere gewicht. Ons oudje is 100 kg lichter (1050 vs 1152 kg) en die extra kilo’s voel je gewoon. De Mini marketeers melken het ‘go kart feeling’ maximaal uit, maar de pijnlijke conclusie is dat je dat gevoel veel meer krijgt bij de voorganger.
Dus?
Zou je best kunnen overwegen om een oudere Mini te kopen. Met een paar ‘maren’. Neem de motor. De atmosferische 1.6 liter motor is geen onding, maar een beetje extra power kan toch geen kwaad. Dus kies altijd de Cooper S. En je moet natuurlijk met het ‘plastic fantastic’ interieur kunnen leven. De nieuwe generatie heeft daar wel echt een enorme stap voorwaarts gemaakt. Dat verschil is bizar groot. Maar als je van sturen houdt, dan is een oudje de betere keus. Wat sowieso geldt voor elke Mini: ze zijn enorm waardevast. Dus als je je exemplaar een beetje koestert is het geen verkeerde investering. Enige nadeel: de techniek (vooral motorisch) is niet altijd even robuust. Vooral Cooper S’jes kunnen wel eens problematisch zijn. Check dus goed de onderhoudshistorie. Zit je goed? Dan kun je met deze generatie Mini nog veel plezier beleven. Dit is nog een goudeerlijk funautootje.
Eindcijfer: 7.5
+ Ziet er anno 2021 nog steeds superleuk uit
+ Echt een leuke auto om lekker mee te sturen
+ Waardevast
– De Cooper mist net wat pepertjes
– Het interieur is niet bijzonder fraai
– Onpraktisch.
Leuk. Nu nog een R53 zien te testen zodat je de hele reeks kan vergelijken.