Rijtest: Mercedes-Benz A250e (2023)
Voor leaserijders is het kiezen van een elektrische auto of een plug-in hybride vaak een moetje. Want steeds meer bedrijven leggen in hun voorwaarden vast dat een leaseauto geen of heel beperkte CO2-uitstoot mag hebben. De plug-in hybride is dan populair, want die biedt natuurlijk het voordeel dat je bij lange stukken gewoon kunt leunen op de benzinemotor. Mede daarom is de Mercedes-Benz A250e de meest verkochte A-klasse. Wij rijden de sedanversie.
Wat is het grootste voordeel van deze aandrijflijn?
Je kunt in theorie 80 kilometer volledig elektrisch rijden en dat is voor veel van je dagelijkse ritten al meer dan voldoende. Dat maakt het (mits je thuis zonnepanelen hebt en zelf op je oprit kunt laden) financieel best aantrekkelijk. Daarnaast betaal je door de lage CO2-uitstoot veel minder belasting (bpm). Alhoewel je dat in de aanschafprijs niet direct terugziet. Deze Mercedes-Benz A250e AMG-Line sedan kost namelijk 53.000 euro. Een stevig bedrag, maar met de gekozen AMG-lineuitrusting heb je wel de gewenste sportieve aankleding. Of eigenlijk noodzakelijk, want de sedan is de meest zakelijke versie (lees: saai) van de A-klasse range. De meeste kopers zullen voor 1.200 euro ook het Premium Pack (dodehoekassistent, automatische klimaatregeling, sound system, mbux augmentented reality en verlichte instaplijsten) kiezen. Dan heb je eigenlijk wel alle benodigheden aan boord, want met de standaarduitrusting is weinig mis. Fijnproevers kunnen nog voor het Premium Plus Pack (4.840 euro) gaan met onder meer een Head-Up Display, Multibeam koplampen, 360 graden parkeercamera, panoramadak en elektrische stoelen. Nodig is dat niet.
Wat is nieuw bij de facelift?
Dit lijkt op een strikvraagje maar is het niet. Zo op het eerste oog ziet de auto er exact hetzelfde uit. Ook zijn de motoren ongewijzigd. Pas als je heel goed kijkt zie je dat de grille iets is aangepast (nu met kleine Mercedes-Benz logootjes) en dat het ontwerp van de achterlichten heel subtiel is gewijzigd. Ook krijgen alle versies nu het brede beeldscherm. Fijn! Minder fijn is dat je het ‘mousepad’ op de middenconsole kwijt bent waarmee je makkelijk door de menu’s van het infotainment kon scrollen. Dat kan gelukkig nog wel via het stuurwiel, beeldscherm (touchscreen) of stemcommando’s. Gelukkig is de opbouw van alle informatie en menu’s wel logisch en overzichtelijk. Toch gaat het veel te ver om dit een facelift te noemen. Eigenlijk kun je meer spreken van een kleine model-update.
Een facelift is toch ook niet nodig?
Nee natuurlijk niet. De Mercedes A-klasse zag en ziet er van buiten nog heel erg fris uit. Dit is puur gedaan om nog wat aandacht te vestigen op het model. Niet meer en ook niet minder. Aandacht krijg je ook met de zwarte velgen, maar dat is bij deze auto wel een beetje over het randje. Gelukkig zijn er ook meer subtiele velgen leverbaar. Ook het interieur kan de tand des tijds nog prima doorstaan. Vooral de digitale weergave van alle informatie is erg fraai. En je kunt zoveel instellen. Op digitaal vlak is Mercedes-Benz nog steeds de onbetwiste koploper. Met de uitstraling van het interieur is verder ook weinig mis. Deze auto heeft meer dan voldoende premium uitstraling. Optisch is het een feestje. Puntje van kritiek: helaas zijn de materialen niet overal even mooi. Hoe lager je komt, hoe harder de plastics. Wel fraai, je kunt ook kiezen voor klassiek ogende ronde tellers. Natuurlijk digitaal, maar wel heel prettig en overzichtelijk. De haptische knoppen op het stuurwiel blijven wennen, maar gelukkig reageren die niet zo hysterisch als die bij Volkswagen. Toch snap ik niet waarom fabrikanten niet gewoon echte knopjes gebruiken.
Hoe voelt de auto aan?
Heel erg degelijk en heel erg Duits. Dus zit er in het onderstel een bepaalde robuustheid die veel mensen als prettig ervaren. Verwar stevig niet met hard, want het onderstel is capabel genoeg om oneffenheden efficiënt te verwerken. Het scheelt wel dat deze auto is uitgerust met de multilink achteras. Goedkopere modellen moeten het doen met een torsieas en dan lever je net wel wat verfijning in. Er is meer waar ik tevreden over ben. De stoelen bijvoorbeeld. Dit zijn de zogenaamde ‘comfortstoelen’ en die bieden een prima zitcomfort. Ze missen misschien wat zijdelingse steun, maar voor je dagelijkse kilometers is dit perfect. Ook is de isolatie erg goed en kun je in alle rust je kilometers maken. Waarbij de elektrische range gewoon heel erg goed is voor dit segment. Minder goed is de beschikbare ruimte. Zowel de bagageruimte (345 liter) als beenruimte achter houden niet direct over.
Kun je er nog rijplezier mee hebben?
Deze Mercedes-Benz A250e is – net als alle andere plugins – wel een klein beetje een rijdend compromis. Het extra gewicht van de accu’s gaat vaak iets ten koste van de sportiviteit. Dat geldt ook bij deze Mercedes. Daarom is het wel slim dat ze ook niet echt een poging hebben gedaan om de auto heel sportief af te stemmen. Al was een setje sportiever rubber prettig geweest, want nu glijdt de auto net iets te snel weg over de voorwielen. Voorspelbaar zeker, maar dit is geen auto die ik meeneem naar een lekkere roadtrip in de Alpen. Al is het stuurgevoel nog best oké. De rit naar de Alpen is overigens wel een feestje. Op hoge snelheid ligt de auto snaarstrak op de weg en is de stabiliteit (zeker voor het segment) best indrukwekkend. Het is geen rijdersauto, maar wel een hele prettige ‘daily drive’. De auto voelt echt wel aan als een ‘premium product’.
Wat zijn de Dragy-tijden?
Uiteraard zijn we weer even de Duitse Autobahn opgegaan om de 80-120 km/h en 100-200 km/h sprinttijden te meten. Met respectievelijk 4.36 en 20.79 seconden prima scores voor een auto met 218 pk. Want dat is het gecombineerd vermogen als je de vermogens van de elektromotor en 1.3 liter benzinemotor bij elkaar optelt. Ook kost het weinig asfalt om de begrenzer bij 232 op de teller (230 echt) aan te tikken. Tussen de 3.000 en 5.000 toeren blinkt de motor uit. Daarboven neemt de acceleratie wat af en dan klinkt de motor ook wat rauw en ongeciviliseerd. De automatische versnellingsbak mist ook wat ‘Feinschliff’. Die reageert iets te traag als je ‘volle polle’ gaat en bij halfgas schakelt de bak te hoog in de toeren terwijl je dan juist op koppel kan en wil surfen. Wel positief: ook als je niet elektrisch rijdt is de auto zuinig. De eerste 50 kilometer reed ik in sportstand om de accu vol te houden (tempo 100-130). Met het verbruik van 6.1l/100 km is dan ook weinig mis. Wel jammer dat de tankinhoud met 35 liter betreurenswaardig klein is.
Conclusie?
De Mercedes-Benz A250e is voor de zakelijke rijder een interessante optie. Natuurlijk is de bijtelling echt stevig, maar daar krijg je wel een uiterst solide en nog steeds moderne auto voor terug. Een auto waarmee het absoluut geen straf is om je dagelijkse kilometers mee te maken, waarbij je ook nog eens een hele bruikbare elektrische range hebt. Wel een tip voor meer sportieve rijder: monteer een sportiever setje rubber. Of koop een model dat net een tandje sportiever stuurt. Bijvoorbeeld de CUPRA Leon of Volkswagen Golf GTE. Al missen die modellen weer het premiumsausje van deze Mercedes-Benz. Want dat is het ‘unique selling point’ van deze auto.
Eindcijfer: 7.5
+ Zeer uitgebalanceerd onderstel.
+ Verdient premium stempel.
+ Vlotte motorisering met bruikbare elektrische range.
– Kleine tankinhoud
– Niet de ruimste
Vermogen 218 pk, 450 nm |
0-100 7.4 sec |
Topsnelheid 225 km/h |
Motor 1.3l, viercilinder, turbo, hybride |
CO2 uitstoot 19 gram/km |
Vanafprijs (NL) 53.000 euro |
Minimale bagageruimte 310 liter |
Leeggewicht 1.525 kg |
Dank @Smeets Autogroep Venlo voor het beschikbaar stellen van de auto!