Rijtest: BMW M240i xDrive Coupé (2022)
Keuzestress. Dat is het eerste waar ik aan denk bij de BMW M240i xDrive Coupé. De auto is technisch nagenoeg identiek aan de BMW M440i xDrive Coupé. Zelfde motor, zelfde onderstel, allebei twee deuren en ga zo maar door. Alleen het uiterlijk verschilt fors. Of is er wel degelijk een karakterverschil? Ik ga op onderzoek uit.
Wat is het belangrijkste verschil?
De BMW M240i xDrive Coupé is een wat kleinere auto dan de BMW M440i xDrive Coupé. Alleen de wielbasis scheelt al 10 centimeter. De BMW M240i xDrive Coupé is ook een paar centimeter smaller. Het gaat er voorin dan ook net wat krapper aan toe, al blijft er genoeg leefruimte over. Op de achterbank houdt het zeker niet over, maar dat is bij een sportieve coupé niet zo’n issue. Qua bagageruimte is de auto praktisch genoeg voor een vakantie met twee. Met 390 liter heb je meer dan genoeg bagageruimte. Qua gewicht valt de winst overigens tegen. Je zou verwachten dat een kleinere auto fors lichter is, maar de BMW M240i xDrive Coupé heeft ook last van de bekende BMW-obesitas. De auto weegt 1.765 kilogram en dat is slechts 50 kilootjes lichter dan de grote broer. Dat is toch wel een wtf-je waard. BMW krijgt de gewichtsreductie maar moeilijk onder controle.
Is de BMW M240i xDrive Coupé goedkoper dan de grote broer?
Jazeker en het verschil is best groot. Je bespaart 10.000 euro met de BMW M440i xDrive Coupé. Juich niet meteen te hard, want een vanafprijs van 77.000 euro is nog steeds wel serieus geld. Goedkoper kan sinds kort ook, want de achterwielaangedreven versie mag voor 71.000 euro de weg op. Dat begint interessant(er) te worden. Zeker als je meerekent dat je op het formaat na eigenlijk geen mindere auto krijgt met een BMW 2-serie Coupé. Dit model is volledig geënt op de BMW 3- en 4-serie en dat zie je bijvoorbeeld terug in het interieur. Dat is nagenoeg hetzelfde. Goed nieuws, want dat betekent dat je een geweldig interieur krijgt. Afwerking en materialen zijn top, de bediening van alles werkt fantastisch (knopjes, joehoe!) en qua ‘tech’ heb je eigenlijk niets te wensen over. Onze testauto kost overigens een veelvoud van 77.000 euro en dat is niet alleen te danken aan de vele opties die deze auto rijk is. Er is ook rijkelijk gestrooid met (bijzonder fraaie) M-Performance onderdelen.
Welke versies kun je nog meer aanschaffen?
Naast de brute M240i zijn er nog vier andere motoren leverbaar. Allemaal bekende motoren uit de BMW 3- en 4-serie. Allereerst is er de BMW 218i Coupé met 156 pk en 250 nm (2.0 liter viercilinder). Die staat voor 45.000 euro in de prijslijst. Voor 3 mille meer heb je de 220i Coupé met 184 pk en 300 nm. Zonder opties uiteraard. De BMW 220d coupé (190 pk/400 nm) heeft een vanafprijs van iets meer dan 50.000 euro en dat is niet eens zo verkeerd. Anno 2022 zijn diesels vaak al onbetaalbaar en deze versie is maar 2 mille duurder dan de minder sterke 220i. Voor de veelrijder een interessante optie. Vanaf de BMW 230i Coupé (245 pk/400 nm) begint het leuk te worden, al is een vanafprijs van net geen 53.000 euro al best stevig. Aan de andere kant, het prijsverschil met de zescilinder is natuurlijk nog erg groot (bijna 18 mille). Het verschil in vermogen ook, maar met de viercilinder tik je ook fluitend de begrenzer (250 km/h) aan. Al mis je natuurlijk wel het mooie geluid en het overdadige motorvermogen. De zescilinder in de BMW M240i xDrive is goed voor 374 pk en 500 nm. Inderdaad, exact hetzelfde vermogen als je in de M340i en M440i krijgt.
Hoe reageert ‘het internet’ op het uiterlijk?
Wisselend. Sommige mensen gaan redelijk los op de auto. Vooral de achterkant moet het ontgelden. Onterecht in mijn optiek. Ik vind het optisch juist een geweldenaar. De achterkant doet mij denken aan de befaamde BMW 2002 tii: de voorkant is lekker agressief en de auto oogt veel minder pompeus dan de BMW 4-serie coupé. De BMW M240i xDrive vind ik meer een ‘boy racer’ en ik houd wel van dit soort auto’s. De kleine bult op de lange motorkap voegt ook een vleugje ‘muscle car’ toe aan het ontwerp. Dat ervaar je ook als je in de auto zit en je echt uitkijkt op die lange motorkap. De optionele M-Performance onderdelen (een overdaad aan carbon) zorgen ervoor dat de auto nog meer agressie uitstraalt. Nodig is het wat mij betreft niet, maar als je budget het toelaat dan geeft dat je de auto net wel dat extra tintje. In mijn bescheiden optiek is dit één van de mooiste BMW’s die je kunt kopen. Deze auto heeft zoveel ‘presence’. Leuk: je kunt hem ook in lekkere knalkleuren bestellen. Bijvoorbeeld paars. Zou ik wel aandurven.
Hoe bevalt de auto de eerste meters?
Uitstekend. Het overzicht is goed, de bediening van alle functies is perfect en de auto rijdt rustig en beheerst. Als een gewone BMW 3-serie. Totaal niet nerveus. Het restcomfort valt me helemaal niet tegen. Mede met dank aan de adaptieve dempers, die in comfortmode net even dat extra laagje beschaving toevoegen. Zelfs met 20 inch velgen is het prima te doen. Fijn! De geluidsisolatie is ook verrassend goed, waardoor rijgeluiden echt minimaal in de cabine doordringen. Dat is niet alleen fijn voor het comfort, een bijkomend voordeel is dat je de zescilinder turbomotor wat beter hoort. De briljante ZF8-versnellingsbak is de butler die je niet hoort en ziet maar wel altijd op het juiste moment ter plaatse is. Last but not least, de stoel en het stuur zijn perfect verstelbaar zodat iedereen een goede zitpositie kan vinden. Inclusief de liefhebbers van het betere buikschuifwerk. Wat zit je toch heerlijk laag in deze BMW!
Wat zijn de sprinttijden?
Daarvoor zetten we koers naar de Duitse Autobahn. Ik ben benieuwd hoelang we nog mogen. De discussie over een ‘Tempolimit’ blijft steeds maar weer oplaaien in Duitsland. Zorgen voor morgen. Nu selecteer ik de sport+-mode en trap ik het gaspedaal diep in. Wat een power! Ik word er bijna stil van. Een 80-120 tijd van 2.55 seconden is een fantastische tijd. Een 100-200 tijd van 10.31 seconden is misschien nog wel indrukwekkender. De heerlijke B58-zescilinder draait er de hand niet voor om. De soundtrack is echt heel goed. Veel beter dan in de BMW M140i die ik 2 jaar gereden heb. Het wat ‘over de top’ theatrale nepgeluid is niet meer. Niet dat de soundtrack in deze auto puur natuur is, maar de soundcomposers van BMW doen hun huiswerk beter. Overigens maakt de sportuitlaat (standaard) best een acceptabele bak herrie, waarbij je zelfs op een paar ‘pops and bangs’ wordt getrakteerd. Leuk! Dit is anno 2022 geen vanzelfsprekendheid.
Is het een goede Autobahnbrenner?
Absoluut. Los van de indrukwekkende prestaties voelt de auto heel erg robuust en volwassen aan. De rechtuitstabiliteit op topsnelheid (wederom grijpt de begrenzer bij 253 op teller vroeg in) is ronduit indrukwekkend. Dat de wielbasis kleiner is merk je niet. Deze auto is de rust zelve en dat geeft heel veel vertrouwen aan de bestuurder. De welbekende 3.0 liter zescilinder turbomotor (B58) is en blijft de topattractie van deze auto. Met een vermogen van 374 pk en 500 nm heb je uiteraard genoeg vermogen voor indrukwekkende prestaties, maar vooral de Laufkultur’ van de motor is indrukwekkend. Het is één van de beste motoren die BMW ooit gebouwd heeft. Het hele plaatje klopt. De gasrespons, het geluid, het koppel onderin en het gemak waarmee de motor doorpakt. Vanaf 1.500 toeren is de motor bij de les en dan begint het grote sleurfeest. Deze motor zet met het grootste gemak hele grote stappen. Zonder dat het moeite lijkt te kosten. Het is en blijft een indrukwekkende machine die het kloppende hart van de auto vormt. Dat was het grootste bezwaar op de BMW i4. Best een aardige auto, maar het elektrische hart voelde klinisch en koud aan. Geen match voor de goddelijke zescilinder.
Stuurt de auto fijner dan de BMW M440i xDrive Coupé?
Ik zou heel graag ‘ja natuurlijk’ willen schrijven, maar de verschillen zijn in de praktijk klein. Gevoelsmatig voelt de kleinere BMW M240i xDrive Coupé net een tikje dynamischer aan (wellicht te danken aan de kleinere wielbasis) maar het karakter is voor 98% hetzelfde. Deze auto is een tractiekoning. De achterzijde blijft heel lang stabiel en je moet op droog asfalt moeite doen om de auto echt uit te laten breken. Wel voel je dat de balans heel erg goed is. De auto duwt je als het ware echt door de bocht heen en dat is altijd een fijn gevoel. Het is een indrukwekkend competente auto, maar een echt speels karakter ontbreekt. Daarvoor sleep je gewoon te veel kilootjes mee. Dit is vooral een heerlijke auto voor de meer beginnende en medior bestuurders. De echte purist doet er beter aan om de achterwielaangedreven versie te kiezen of door te sparen voor de heftige BMW M2 (lancering later dit jaar). Irritant is de afstelling het ESP-systeem. Die staat – ook in sport+ – te strak afgesteld waardoor je te vaak voelt dat het vermogen wordt afgeknepen. Gelukkig kan het ESP ook volledig uit. De besturing is identiek aan als in de 3- en 4-serie. De auto stuurt vrij scherp in, maar het geheel voelt wel wat synthetisch en afstandelijk aan.
Conclusie?
De BMW M240i xDrive Coupé is in basis niet heel veel anders dan de BMW M440i xDrive Coupé en stiekem vind ik dat wel een beetje jammer. BMW had wel iets meer moeite mogen doen om de 2-serie een eigen karakter te geven. Nu zal de afweging vooral van de prijs, het design en/of de hoeveelheid nodige ruimte afhangen. Desondanks word ik extreem hebberig van deze auto, want de BMW M240i xDrive Coupé is een auto die heel veel in zijn mars heeft en een flinke dosis GT-kwaliteiten te bieden heeft. De mate van verfijning is hoog en de motor en het onderstel zijn in staat tot ongelooflijke prestaties. Ik heb de BMW M240i Coupé in ieder geval heel hoog op mijn verlanglijst staan. Maar dan wel de achterwielaandrijver. Dan win je wat kilootjes op de weegschaal, is het weggedrag ongetwijfeld wat meer levendig en bespaar je ook nog eens 7 mille. Dat noem ik een win-win-win.
Eindcijfer: 8+
+ Geweldige motor.
+ Fijne GT.
+ Eigen uiterlijk.
+ Duidelijk goedkoper dan de BMW M440i.
– Wat aan de zware kant.
– Mist eigen karakter.
Dank @De Maassche BMW Echt voor het beschikbaar stellen van de auto.
Kopen?
Wie weet…
Beste Christian,
ik rij een M240i cabrio, maar vroeg me af wat het rijverschil is tussen de ´oude´ F23 en de nieuwe M240i ? moter heeft enkel pk´s meer maar hetnonderstel zal ongetwijfeld het grootdte verschil maken. heb je hier enig info over? alvast bedankt
Het onderstel van de nieuwe G-serie is zoveel beter en strakker dan voorganger. Dat is echt wereld van verschil. En het interieur van de nieuwe is 2 klassen beter. De oude had wel een betere soundtrack bij de versies waar nog geen OPF op was geplaatst.
Alweer een leuk en goedgeschreven verslag!
Naar het schijnt is een rwd heel delicaat op een nat wegdek. Ik weet niet goed wat ik zou kiezen. Ik heb ws te weinig buikglijgevoel voor een rwd.
Beste u vergeet te vermelden dat dat de M240i xdrive geen Mild hybride is..grt
Ja klopt Alain. Scherp van je. Maar in de praktijk merk je er nauwelijks wel/niet iets van.
Waar zou jij voor gaan de nieuwe bmw 240i xdrive of de nieuwe z4 m40i?
Beste koen welke voelt het snelst aan een a45s 421, bmw 240i 374 of een bmw m2 Competition 411
*beste christiaan
bmw M2 competition heb ik niet gereden. De andere twee wel. Gevoelsmatig voelt de M240i wat sterker aan. Mede dankzij het riante koppel.