Rijtest: BMW E30 M3 (1986)
Back to the 80’s: het decennium waar we de val van de Berlijnse muur, de vrijlating van Nelson Mandela en het gouden EK88 live meemaakten. De oliecrisis was voorbij, net als het pessimisme. Voor petrolheads waren dit dejaren van uitbundigheid. We mochten weer genieten. We zagen de geboorte van iconen als de Audi quattro, de snelle en wild bespoilerde Cosworth Fordjes, de stijlvolle rallyicoon Lancia Delta Integrale en niet te vergeten de BMW M3 uit de E30 serie die we vandaag rijden. Ook niet bepaald een rijdend understatement. Dress to impress was weer cool!
Geen vangnet
Onderweg naar mijn afspraak heb ik een wat dubbel gevoel. Enerzijds ben ik opgewonden dat ik in zo’n klassieker mag rijden, anderzijds ben ik ook wel een beetje angstig. Wat als ik schade rijd? De dagwaarde van de auto is stevig met ongeveer 40.000 euro, maar met name het vervangen van onderdelen kan een prijzige exercitie worden. Als de onderdelen überhaupt al beschikbaar zijn. Laat staan de emotionele waarde die een dergelijke auto heeft. Ik heb me heilig voorgenomen om me vandaag braaf te gedragen, zeker ook omdat allerlei vangnetten en hulpmiddelen die moderne auto’s tegenwoordig wel hebben, simpelweg ontbreken.
Jaren 80 looks
Oog in oog met de M3 wint de opwinding het van de angst. Wat een prachtig exemplaar staat er voor me. Puntgaaf. Het design van de auto is typisch voor de jaren 80. Een grote achterspoiler, opgeklopte wielkasten. Je moet er van houden, maar ik vind het prachtig. Een sportauto mag er best een beetje ordinair uitzien. Het interieur oogt in vergelijking met moderne auto’s wel wat karig en ook zijn de gebruikte plastics natuurlijk een forse stap terug. Toch is de kwaliteit wel degelijk robuust, want niets kraakt of piept. Ook zitten de sportstoelen als gegoten en zit ik heerlijk laag. De basiselementen zijn dik op orde, zoals dit ook bij de BMW M4 het geval was die we recent nog gereden hebben.
Dogleg versnellingsbak
Bij het wegrijden blijkt direct dat de BMW M3 geen ordinaire BMW is. De auto is voorzien van een ‘dogleg’ handmatige vijfversnellingsbak. Het grote verschil met een reguliere versnellingsbak is dat de eerste versnelling nu linksbeneden zit in plaats van linksboven. De eerste meters is het even wennen, maar na een paar minuten weet ik niet beter. Het grote voordeel van de doglegversnellingsbak is dat je sneller van 2 naar 3 kunt schakelen: een tikje naar beneden (of omhoog als je terug wilt schakelen) volstaat. Wel schakelt de versnellingsbak wat hakerig, maar dat hoort ook bij een BMW. De koppeling is gelukkig wel van het begin af aan prima te doseren.
Waar ik ook aan moet wennen is het ontbreken van stuurbekrachtiging wegens een defecte stuurbekrachtigingspomp. Wat stuurt de auto zwaar! Uiteraard neem ik ruim de tijd om de viercilinder op bedrijfstemperatuur te krijgen. Los van de stuurbekrachtiging en de wat zware versnellingsbak is het een verrassend gemakkelijke auto om mee te rijden. De auto is comfortabel, de viercilinder is alert op de achtergrond. Dit voelt als een GT. Een enorm verschil met moderne auto’s is dat ik in deze M3 veel beter zicht rondom heb. Voor mijn gevoel rijd ik in een glazen koets. In een moderne auto ontnemen de dikke A- en B-stijlen je een groot gedeelte van het zicht.
Volbloed sportmotor
De eerste generatie BMW M3 is vooralsnog de enige M3 die is voorzien van een viercilinder. De 2.3 liter atmosferische viercilinder is af fabriek goed voor een vermogen rond de 200 pk en 230 nm. De 0-100 acceleratie kost 6,7 seconden en de topsnelheid bedraagt 230 kilometer per uur. In 1986 indrukwekkende cijfers, maar naar tegenwoordige maatstaven niet eens heel indrukwekkend. Een Renault Clio RS presteert vergelijkbaar. Toch heb ik geen moment meer vermogen gewenst. In tegenstelling tot de nieuwe BMW M4 kan ik het vermogen op de Noord-Hollandse dijkwegen waar we rijden veel vaker en vooral langer benutten. In een moderne M4 bereik je na een paar seconden al hoogst illegale snelheden, in de E30 BMW M3 heb ik meer tijd om te genieten van de prachtig lineaire vermogensopbouw en de hyperdirecte gasrespons. Ik geniet van het feit dat ik ieder peekaatje kan benutten. De connectie tussen mijn rechtervoet en een gasklep is nog nooit zo innig geweest.
Ik reed na afloop in mijn moderne turbogeblazen Seat Leon Cupra 280 weer naar huis en ik zat me echt te ergeren aan het turbogat. Terwijl die auto – voor turbobegrippen – echt een goede gasrespons heeft. De 2.3 liter viercilinder in de BMW E30 is een volbloed sportmotor. Qua geluid doet hij me een beetje denken aan de Honda VTEC motoren. Rauw, luid, oprecht en gefocust. Geluid doet heel veel voor de beleving. Op geen enkel moment verlang ik naar de latere zescilinders. De viercilinder is het M-badge meer dan waardig. Na afloop van mijn rit voelde ik de behoefte om alle 200 raspaardjes afzonderlijk te bedanken voor hun gedane arbeid. Wat is dit een geweldig blok!
Stevig beetpakken
Het verschil met een moderne auto komt ook tot uiting in het stuurgevoel. Deze BMW M3 maakt duidelijk dat veel moderne auto’s qua stuurgevoel en precisie nog lichtjaren van het niveau van deze BMW M3 verwijderd zijn. Wel moest ik even wennen dat bij deze M3 dat ik zonder stuurbekrachtiging reed. Bij moderne auto’s hoef je maar weinig stuuruitslag te geven om een scherpe bocht te ronden, bij mijn eerste paar scherpe bochten kwam ik in deze M3 steeds te wijd uit. Maar ook dat wende snel. Deze auto vraagt erom dat je hem stevig vastpakt en met wat meer geweld in de bocht smijt. Dat de handbak en remmen eenzelfde benadering vragen maakt de beleving juist des te groter. Just ‘manhandle’ the car. Dit is analoog autorijden. Je moet wat harder werken om de techniek te bedwingen, maar je krijgt er oneindig veel feedback en rijplezier voor terug.
Race-DNA
Wat de E30 M3 uniek maakt is dat het een homologatiemodel van een DTM auto is. De M3 E30 is een raceauto die straatklaar is gemaakt, terwijl de huidige generatie (M3 en M4) en vorige generatie BMW M3 (E90, E46, E36) sportieve versies van een seriemodel zijn. Dit race-DNA is bepalend voor het karakter van de auto. In tegenstelling tot de minder vermogende BMW E30 325i is de E30 M3 tot mijn verrassing absoluut geen driftauto. Op het circuit draait het om grip en wil je overstuur zoveel mogelijk elimineren. De grip is (mede dankzij de gemonteerde Toyo R1R banden) voor mijn gevoel oneindig. Op droog asfalt krijg ik de kont simpelweg niet om. De balans in deze auto is zeldzaam goed. Naast overstuur ontbreekt onderstuur ook volledig. Het briljante chassis van de M3 maakt het feest compleet. Het grote voordeel is dat ik als recreatieve bestuurder heel makkelijk de limiet van de auto kan opzoeken. Dat maakt het rijden van deze M3 tot een zeer bevredigende bezigheid.
Conclusie
De BMW E30 M3 is één van de meest bijzondere auto’s waar ik in heb gereden. Een loepzuivere sportwagen met een zeer toegankelijk snelheidspotentieel. Natuurlijk is de auto naar moderne maatstaven niet heel erg snel, mist de auto de moderne verfijning en mis je veel veiligheidsvoorzieningen. Maar als het gaat om rijplezier is de BMW E30 M3 één van de fijnste auto’s waar ik mee gereden heb. De 2.3 liter viercilinder is absoluut M-waardig en in Nederland heb je aan 200 pk meer dan genoeg. De rijbeleving is intens, maar de M3 voldoet ook als cruiser. Het is tot mijn verrassing helemaal geen Spartaanse auto. Dit alles maakt deze M3 tot een juweel. Een icoon.
Eindcijfer: 8,5
+ wegligging
+ stuurgevoel
+ karaktervolle viercilinder
+ waardevast
– mist de verfijning en luxe van een moderne auto
– duur in onderhoud