Rijtest: BMW 430i Coupé (2021)
Is er een auto die minder controversieel is dan deze BMW 4-serie coupé? Ik denk van niet. Bij het zien van de eerste beelden ging het complete internet los, maar dan ook echt helemaal los. De reden? De enorm grote grille natuurlijk. Is de BMW 430i Coupé die hierachter is verstopt desondanks een prettige auto?
Ho. Stop! We gaan het toch eerst nog even over die grille hebben?
Ja, daar kunnen we bij deze auto niet omheen. Letterlijk niet. Het ontwerp is controversieel. Mijn eerste gedachte toen ik de beelden zag was er ook eentje vol ontzetting en afschuw. Een proletenbak. Helemaal weg is die gedachte (nog) niet als ik de auto eindelijk ‘in real life’ zie. Als ik de auto imagineer met het frontje van de 3-serie zou ik toch echt gelukkiger zijn. Maar toch, als je een donkere lakkleur uitkiest en je kiest voor de ‘extra shadowline’ (de hele grille is dan zwart omlijst) dan valt het best nog wel mee. Zeker omdat de auto in het ‘echie’ veel mooier is dan op de foto’s. Of minder erg. Afhankelijk van je perspectief. De rest van de auto is een plaatje. De proporties kloppen, de achterkant is lekker dik en met het optionele M-pakket staat er een dijk van een wagen. Je moet er eigenlijk altijd voor zorgen dat je zo inparkeert dat andere mensen alleen de achterkant zien.
Hoe is het interieur?
Precies hetzelfde als bij een BMW 3-serie. Vroeger was dit gewoon nog de 3-serie coupé. Maar ja, marketeers worden nu eenmaal gelukkig als ze er een eigen typeplaatje en allemaal juichende kreten bij kunnen verzinnen om te benadrukken dat jij als koper iets heel speciaals koopt. Dat speciale zit hem bij deze auto dus alleen aan de buitenkant. Met het interieur is overigens helemaal niets mis. Het is mooi afgewerkt, de materialen zijn prima en de bediening is bijzonder intuïtief. Daarnaast is de zitpositie lekker laag en zitten de optionele M-sportstoelen (meerprijs 1.057 euro) prima. Kleine details maken me blij. Dat je de gordel krijgt aangereikt en je niet helemaal naar achteren hoeft te reiken bijvoorbeeld. Uiteraard zijn er ook de twee gebruikelijke kritiekpuntjes die je al kent uit de 3-serie. Het ontwerp van de digitale tellers is bagger en af en toe zitten mijn armen wat in de knel met de middenconsole. Maar dat is klein leed. Dit interieur laat nauwelijks wensen open.
Is de BMW 430i Coupé potent genoeg?
Dat hangt een beetje af van je perspectief. Je verwacht bij zo’n grille een asfaltverslindend monster, maar dat valt bij de BMW 430i Coupé wel mee. Onder de kap vinden we de welbekende 2.0 turbomotor die in deze configuratie goed is voor 258 pk. Klinkt niet als heel erg veel, maar dit is om meerdere redenen een heel fijn aggregaat. Allereerst omdat het een vlotte (ja, misschien zelfs wel snelle) auto is. De 0-100 tijd kost 5.8 seconden en je kunt met weinig moeite de gebruikelijke 250 kilometer per uur aantikken. Belangrijker dan de cijfers is dat de auto gewoon heel rap aanvoelt. Over de hele linie heb je trekkracht en ook bovenin levert de viercilinder nog voldoende vermogen. Ik heb in mijn rit (veelal over leuke binnenwegen) geen moment vermogen gemist. Daarnaast is het geluid goed. Buitenstaanders horen een lekker roffeltje uit de uitlaat komen en in het interieur hebben ze een leuk geluid weten te componeren. Het geluid zweept je op om af en toe lekker door te halen. De ZF-8 versnellingsbak is briljant. Niet de allersnelste op de markt maar wel gewoon een hele fijne alleskunner. Een M440i Coupé kost bijna 25 mille meer. De B58 zescilinder is briljant, maar de (forse) meerprijs echt niet waard.
Hoe is de handling?
Ik heb mezelf voorgenomen om vooral op de binnenwegen te blijven, want het heeft weinig zin om met 100 per uur op de snelweg te tuffen met deze BMW. Op deze uitgestorven dinsdag heb ik pal achter de Maasduinen een hele lekkere en vooral lege stuurmansweg tot mijn beschikking. Een weg met veel doordraaiers en bochten waar het tempo hoog ligt. Exact het type weg voor de 1520 kilo zware BMW 430i Coupé. Dit is het terrein waar een sportieve GT kan excelleren en dat doet deze auto dan ook. Het is de balans die de auto zo speciaal maakt. Je voelt dat het onderstel met je meebeweegt en informatie geeft. Ook voel je dat de auto zich op het juiste moment schrap zet als je vaart maakt. Het onderstel raakt ook niet in paniek als je net volgas een bocht uit accelereert en er opeens een klein verkeersdrempeltje ligt. De besturing is wel een beetje zoeken. In comfort vond ik de installatie wat te licht maar in sportstand miste ik wel een klein beetje de connectie met het asfalt. De auto is wel heel precies te plaatsen. Beschaafd sportief is het sleutelwoord. Zoals de rest van de auto. De M-sportremmen hadden van mij wel wat bijteriger mogen reageren. Je moet het rempedaal best diep intrappen. Dan stopt de auto overigens ook echt goed. Ook als je de remmen herhaaldelijk aanspreekt.
Kun je er ook rustig mee cruisen?
Ja, dat kan ook. Met motor en bak in comfortmode is het een hele rustige en beschaafde auto en kun je op het gemak kilometertjes draaien. De auto is dan ook verrassend zuinig. Uiteraard zijn er voldoende opties aan boord die het leven veraangenamen. De Harman & Kardon speakers (960 euro) bijvoorbeeld. Echt een aanradertje. Het onderstel is in basis best stevig geveerd. Dat kennen we ook uit de BMW 3-serie. Maar de dempers zijn wel in staat om ellende voor je weg te filteren. Dus is het comfortniveau altijd voldoende. De testauto was voorzien van de optionele adaptieve dempers en dat is de meerprijs (1.281 euro) zeker waard. Daarnaast kun je ook allerlei rij-assistentiesystemen aanschaffen maar echt nodig is dat op deze auto niet. Deze auto koop je voor de ‘Freude am Fahren’. Besteed dan je geld aan opties die het leven leuker maken. Bijvoorbeeld het sperdifferentieel (1.495 euro). Voor het vlotte cruisen kun je prima zonder, maar de echt sportieve rijder moet deze optie altijd aanvinken.
Wat zijn de verschillen met de BMW 3-serie?
Ze zullen de auto vast een iets andere afstelling hebben meegegeven maar ik heb het verschil zo 1-2-3 niet kunnen merken. Daarvoor zou ik beide auto’s echt even na elkaar hebben moeten rijden. Het grootste verschil blijft het uiterlijk. Met de 4-serie trek je heel veel bekijks (ook als mensen de voorkant niet zien) en met een BMW 3-serie ga je anoniem op in de massa. Ook is de BMW 3-serie natuurlijk veel praktischer, al zat dat voor de kopers van een coupé nauwelijks relevant zijn. Het prijsverschil met de BMW 330i vind ik wel een issue. Een BMW 430i is 5.000 euro duurder dan een technisch identieke BMW 330i. Het verschil loopt op als je opties gaat toevoegen. In de BMW 3-serie kun je een Business Plus versie bestellen waar heel veel opties voor een gunstige prijs inzitten. Bij de BMW 4-serie is dat pakket vooralsnog niet beschikbaar en loopt het verschil alleen maar op als je opties gaat toevoegen. Toch jammer. Ook heb je wat minder keus in motorisering. Zo zijn er geen plugin-hybride versies leverbaar in de BMW 4-serie.
Conclusie?
De BMW 430i Coupé is wel degelijk een juweeltje. Gewoon een hele fijne en prettige en semi-sportieve GT. Een delicaat genoegen voor fijnproevers. Voor mensen die houden van het vlottere en leukere stuurwerk en genieten van het gevoel dat je in iets bijzonders rijdt. Een auto die dat ook uitstraalt. Misschien nog wel belangrijker: ik heb het echt geweldig naar mijn zin gehad. Het was een heerlijk dagje sturen. Dat is het verschil met bijvoorbeeld een Audi A5. Ook een prachtige auto en fijne cruiser maar als stuurmansauto echt de mindere van de twee. De BMW 430i Coupé heeft wel twee problemen. Voor veel mensen is het uiterlijk toch wel een probleem. Die grille. Daar moet je echt van houden, al went het wel steeds meer. Daarnaast is er het prijsverschil met de BMW 3-serie. Technisch exact dezelfde auto. Met een ander neusje kunnen de fraaie coupélijnen een reden zijn om over het prijsverschil heen te stappen. Dat wordt nu lastiger. Ik zou zelf toch voor de BMW 3-serie gaan of even wachten tot de nieuwe 4-serie Gran Coupé op de markt komt. Al doet dat niets af aan de kwaliteiten van de BMW 430i Coupé. Dus als jij wel warm wordt van het grote neusje, sla dan je slag!
Eindcijfer: 8
+ Heerlijke Gran Tourismo.
+ Mooi interieur inclusief logische bediening.
+ Fijne krachtbron en briljante automatische bak.
– Toch die neus. Daar kunnen we niet omheen.
– Stevig aan de prijs. Ook ten opzichte van een 3-serie.
Dank @Maassche BMW Venlo voor het uitlenen van de auto.
Bedankt voor het alweer mooie testverslag! Altijd zalig om te lezen. Je gaf de BMW 330i in 2019 8,5 tegenover 8 voor deze 430i. Is dat omwille van de gril en de hogere prijs?
Nog een vraagje. In welke stand heb je de adaptieve ophanging voornamelijk gereden?
Groeten
Ja klopt, grille kwart puntje en prijs kwart puntje. Ik zou zelf altijd voor de 330i gaan.
Qua adaptieve demping setting heb ik veel gevarieerd.
Bedankt voor het antwoord. Ik begrijp het toch goed dat de verschillende standen van de adaptieve ophanging niet zo ver uit elkaar liggen en dat je deze optie dus gerust links kan laten liggen?
Ja. Zonde van het geld.