Rijtest: BMW 218i Gran Coupé (2022)
Ik weet één ding zeker. Als er in de autowereld ‘Golden Raspberries’ zouden worden uitgereikt voor het slechtste ontwerp, dan zou de BMW 2-serie Gran Coupé één van de genomineerden zijn.
Wat is er dan niet goed aan?
Ik wil bijna zeggen alles, maar dat is overdreven. Ik vind het frontje nog best oké. Het gaat mis als je de auto schuin van achteren bekijkt. Dan kloppen de proporties niet. Het ziet er gemankeerd uit. De achterzijde doet me denken aan een mislukte botox operatie. Misschien helpt een ander kleurtje, in deze witte kleur werkt het in ieder geval niet. Smaken verschillen gelukkig, want bijna 9 van de 10 keer zie ik iemand trots pronken achter het stuur. Vaak zijn de bestuurders voorzien van de clichématige ‘tribal’ tattoo en bling-bling zonnebril en gaat imago boven alles. Wat dat betreft zitten ze bij BMW natuurlijk goed, al zijn de Mercedes-Benz CLA-klasse en in mindere mate de Audi A3 ook erg populair in deze kringen. Dat alleen zou voor mij reden zijn om te kiezen voor de technisch gelijkwaardige BMW 1-serie. Het ontwerp van die auto klopt gewoon veel beter. Maar dat is mijn bescheiden mening.
Is het interieur nog gewijzigd?
Nee, dit is exact hetzelfde interieur als in de BMW 1-serie. Wat prima is, want het geheel ziet er goed uit en de materialen zijn over het algemeen fraai. De schermen zijn iets kleiner dan in een BMW 3-serie en ook zijn de materialen op sommige plaatsen net iets minder mooi, maar voor het segment is het gewoon heel erg goed. Beter dan Audi en Mercedes-Benz. Daarnaast is de gebruiksvriendelijkheid gewoon top. Dat heeft BMW prima op orde. Onze testauto is – zoals we gewend zijn – uitgerust met bijna alle opties en dat doet wel iets voor de beleving aan boord. Toch zijn er ook opties die je beter kunt laten staan. De extra sportieve sportstoelen heb je in een BMW 218i Gran Coupé echt niet nodig. Op het einde van de rit merk je wel dat ‘premium’ duur betaald wordt. De teller voor een 218i met automatische transmissie start bij een forse 41k en als je twee keer met de ogen knippert ben je al ruim voorbij de 50k. Dat is voor een driecilindertje toch echt heel stevig. Denk overigens niet dat je bij Mercedes en Audi veel goedkoper uitkomt. Premium rijden is bloeden anno 2022.
Hoe rijdt de BMW 218i Gran Coupé?
Het onderstel is dankzij het M-sportonderstel en 19 inch-runflatbanden best stevig geveerd maar er zit voldoende rek in voor het noodzakelijke restcomfort. Ook is de auto uitstekend geïsoleerd en dat doet ook iets positiefs voor het comfort. Dit wordt vaak onderschat. Toch zou ik zelf altijd voor 18 inches kiezen, ook omdat je dan ‘normaal’ rubber krijgt en niet de veel hardere compound van de runflats. De looks lijden er niet onder, want dat is toch niet het sterkste punt van deze BMW 218i Gran Coupé. Buiten dat valt er op een leuke route er echt nog wel wat rijplezier mee te beleven. Dit is gewoon een semi-sportief sturende auto met een capabel onderstel die tegelijkertijd ook prima geschikt is voor de dagelijkse kilometers. Al blijft het wel een beetje knagen dat deze BMW weinig onderscheidend is van de andere premium voorwielaandrijvers in deze klasse. De net iets te hoge zitpositie is voor BMW-fans wel een beetje vloeken in de kerk. Dit komt deels ook door de elektrische stoelverstelling waardoor de zitpositie wat hoger uitkomt. Zeker in combinatie met een panoramadak is de hoofdruimte erg beperkt. De achterpassagiers hebben de meeste reden tot klagen. De been- en hoofdruimte zijn echt uitermate beperkt. Zonde!
Hoe bevalt de driecilinder?
Op zich heb je met 140 pk niet al te veel te klagen in Nederland en kun je zonder moeite meekomen met je collega weggebruikers die er een hobby van maken om met 95 kilometer per uur een vrachtauto in te halen. Jammer genoeg mis je wel het karakteristieke driecilinderroffeltje. De auto is te goed geïsoleerd (wat ook weer een compliment is). Voor de sportieve bestuurder is 140 pk wel wat aan de magere kant. Het koppel onderin is ruim voldoende maar boven de 5.000 toeren voel je de voorwaartse drang afnemen. Uiteindelijk mis je toch die 40 of meer extra paardjes voor de leuk. Niet dat de auto langzaam is, want ik twijfel er niet aan dat de BMW 218i Gran Coupé de opgegeven waardes (0-100 in 8,7 seconden en topsnelheid 215 kilometer per uur) haalt. Alleen is de manier waarop even spraakmakend als een aflevering van Podium Witteman. Dit is meer een auto waarmee je ontspannen met tempo 150 a 160 lange stukken rijdt, al valt de reikwijdte dan wat tegen dankzij de opmerkelijk kleine tankinhoud (42 liter). De automatische versnellingsbak schakelt overigens best oké.
Conclusie?
De BMW 218i Gran Coupé maakt het premium prijskaartje ten dele waar. Bijvoorbeeld als het gaat om het onderstel. Gewoon een aardige mix tussen comfort en sportiviteit. Ook zie en voel je de premium kwaliteit zeker terug in het interieur. Helaas betaal je hier wel een torenhoge prijs voor. Die de auto in mijn optiek (net) niet waar maakt. Mijn advies? Een BMW 1-serie is in mijn bescheiden optiek duidelijk mooier en je steekt alvast 3 mille in je binnenzak. Of spaar even door en kies een BMW 3-serie. Dan rijd je in een ‘echte’ BMW en niet in een voorwielaangedreven Mercedes-Benz kopie. Want dat is naast het discutabele uiterlijk misschien wel mijn grootste bezwaar. De auto voelt niet aan als een BMW en als je toch voor een optisch enigszins ‘foute’ auto wilt gaan dan kun je beter terecht bij Mercedes-Benz voor een CLA. Een auto die optisch gezien in mijn optiek wat beter klopt.
Eindcijfer: 7-
+ Gebruikelijke BMW kwaliteit.
+ Fijne daily.
– Discutabel uiterlijk.
– Hoge prijs.
– Het voelt niet als een BMW.