Porsche Boxster generatieconflict: is jong beter dan oud?
Het allerleukste van mijn hobby als autoblogger? Dat ik in een auto mag rijden met een verhaal. Een auto waar de eigenaar supertrots op is. Zoals deze Porsche Boxster (type 986) uit 1999. Dertien jaar geleden gaf Mark zijn ouders deze auto cadeau bij hun 40-jarig huwelijk. En nog steeds is deze auto de trots van de familie. Wat het testen nog leuker maakt is dat Mark en zijn vriendin Marylene ook hun eigen Porsche Boxster S (type 981) hebben meegenomen naar deze bijzondere familiebijeenkomst.
Wat maakt de Porsche Boxster zo bijzonder?
Misschien wel de tegenwind die de auto net na de lancering kreeg. Echte Porsche-puristen zweren bij de Porsche 911. Onterecht, want de Porsche Boxster bewijst vanaf de eerste generatie het ongelijk van de critici. Volgens veel kenners zijn de Boxster en Cayman (gesloten broertje) betere rijdersauto’s vanwege de plaatsing van de middenmotor en de daarbij horende ideale gewichtsverdeling. Het zijn volwaardige Porsches. Het is dan ook een genoegen om beide auto’s met vader en zoon gebroederlijk naast elkaar te zien. De familieband bij beide auto’s is er overduidelijk, ook al zie je natuurlijk wel dat er 14 jaar verschil is. De 981 oogt wat masculiener dan de eerste generatie Porsche Boxster. Verschillen zijn er ook bij de motorisering. De ‘99 Boxster is het instapmodel en daar is de 2.5 liter zescilinder goed voor 204 pk. De ‘13 Boxster S heeft duidelijk meer vermogen. De 3.4 liter zescilinder knalt maar liefst 315 pk op het asfalt, geholpen door de magnifieke 7-traps PDK-versnellingsbak. De eerste generatie Boxster is voorzien van een vijftraps Tiptronic automatische versnellingsbak.
Mogen de auto’s het predicaat ‘premium’ dragen?
Natuurlijk merk je dat je met de ‘99 Boxster twee generaties terug de tijd in gaat. Waar de nieuwere Boxster S modern aanvoelt en nauwelijks verschilt met de huidige 718-generatie, voelt de eerste versie nog heel erg analoog aan. Geen groot navigatiescherm en irritante rijhulpjes, gewoon een pure auto. Het materiaalgebruik is overigens niet altijd even hoogstaand. Het wisselt. Een BMW 3-serie uit die tijd (E46) heeft mooiere materialen aan boord. De bouwkwaliteit is overigens voortreffelijk. Niks kraakt en piept en ook tordeert de auto nauwelijks. De 981 Boxster is qua materialen echt twee klassen beter. Fraai leer domineert het interieur en na 150.000 kilometer zien de stoelen en alle interieurdelen er als nieuw uit. Toch ook hier een paar kanttekeningen. De wat gammele knopjes om de airco te bedienen zijn verre van ‘premium’. En plastic sierlijsten in een Porsche? Come on!
Hoe rijden beide auto’s?
Het sportwagengevoel is in beide auto’s 100% aanwezig. Natuurlijk door de lage zitpositie, maar ook door de (h)eerlijke soundtrack die de zescilinders produceren. In de 2013 Boxster S hoor je die kenmerkende Porsche-zescilinder snerp, terwijl de 1999 Boxster stiekem nog wat beter klinkt. Wat dieper en meer masculien. Diezelfde Boxster S slaat terug met de briljante PDK-versnellingsbak. Wat een pareltje! Razendsnel en altijd de juiste versnelling. De PDK is ook anno 2023 nog steeds de maat der dingen. De vijftraps Tiptronic komt niet in de buurt van dit geweld. Met name terugschakelen (manueel kan ook) kost echt te veel tijd. De wegligging? Bij beiden voortreffelijk. Enorm veel tractie en de gewichtsverdeling is echt ‘spot on’. Dat voel je in iedere bocht. Beide auto’s rijden enorm ‘clean’. Combineer dat met een 10/10 (Boxster) en 9/10 (Boxster S) stuurgevoel en je sportwagenhart gaat steeds meer bloeien. Bij de sterkere S kun je wat meer met de achterkant spelen. Bij de minder gemotoriseerde Boxster mis je dan net even wat peekaatjes.
En motorisch?
Daar merk je natuurlijk een enorm verschil tussen de 2.5 liter (Boxster) en de 3.4 liter zescilinder (Boxster S) boxermotoren. Allebei atmosferisch, wat betekent dat je echt de hoge toerentallen moet opzoeken voor maximale adrenalinekicks en dat de gasrespons heerlijk direct is. Waarbij het in de Boxster wel ontbreekt aan koppel en dat wreekt zich een klein beetje. Bovenin komt de motor steeds meer tot leven, maar de echte brute voorwaartse versnelling blijft wel uit. Daarvoor moet je de S hebben. Gelukkig maakt de soundtrack heel veel (zo niet alles) goed. Dat doet veel voor de snelheidsbeleving. En het is zeker ook geen langzame auto, want na enig aandringen rijd je op de Duitse Autobahn zo maar 240 plus met de auto. Zonder dat je zweethandjes krijgt. Zeer indrukwekkend gezien de leeftijd van het beestje. Toch is het meer een auto die zich leent voor een ontspannen rijstijl. Een handgeschakelde Boxster S van deze generatie (252 pk) zou mijn voorkeur hebben. Dan heb je en-en!
Hoe bevalt de 3.4 liter uit de Boxster S?
Dat is wel echt een motor voor de sportieve automobilist. De 3.4 liter heeft onderin al meer trekkracht en eenmaal voorbij de 6.000 toeren is de versnelling imposant. Wat een goddelijke motor! Onderin misschien niet zo alert als een turbomotor, maar naarmate het toerental stijgt kom je steeds meer in de sportwagen regionen terecht. Het is de symbiose van geluid en prestaties die de beleving op een intens hoog niveau brengt. Hoe goed de moderne turbomotor ook is, het vrijuit ademen van deze atmosferische motor is ‘one of a kind’. En dan die messcherpe gasrespons. Dit is – zeker in vergelijking met de ‘99 Boxster – echt wel een andere diersoort. Hoe groot het verschil tussen beide auto’s is, merk je aan de Dragy-tijden. De Boxster spurt in 28.6 seconden van 100 naar 200. De Boxster S presteert in 13.67 seconden aanzienlijk beter.
Kunnen beide auto’s ook het comfortkunstje?
Beide auto’s zijn zeker stevig geveerd, maar gelukkig blijven de vullingen wel gewoon in je kiezen zitten. Het is prettig toeven achter het stuur. Zeker met de kap open worden je zintuigen maximaal geprikkeld. In beide auto’s heb je vanaf de eerste meter het gevoel dat je in iets bijzonders rijdt. Fijn: ook voor de rustige rijder blijft er genoeg te genieten over. Het auditieve spektakel kan de meest verwende automobilist bekoren. En met het dak dicht kun je ook gemakkelijk lange afstanden maken. In de modernere versie merk je dat de isolatie uiteraard wat beter is. Ook zijn de stoelen in beide auto’s prima geschikt voor langere reizen, waarbij de stoel in de nieuwere generatie weer wat fijner zit. En wat zit je in beide auto’s heerlijk laag! Maar misschien wel het belangrijkste, je voelt in beide auto’s het DNA van de fabrikant. Het Porsche-gevoel. Een BMW Z4 voelt gewoon minder speciaal aan. Zelfs de absolute instap Boxster draagt volledig terecht en met trots het mooie Porsche-logo.
Wat betaal je anno nu voor beide auto’s?
Dat hangt natuurlijk heel erg af van de staat van beide auto’s. In dit geval zijn het auto’s met wat meer ervaring (grofweg 150.000 voor de S en 180.000 km voor de Boxster). De 986 Boxster is het koopje van de twee. Vanaf 10.000 euro kun je een exemplaar met stevige levenservaring vinden. Een goed onderhouden exemplaar kost grofweg het dubbele. De 981 Boxster S is uiteraard stevig duurder. Zeker omdat het de laatste Boxster S is met zescilinder en dat drijft de prijs omhoog. De opvolger (type 718) was initieel alleen leverbaar met viercilinder turbomotoren. Reken op prijzen tussen de 40 en 70.000 euro voor een gebruikte Boxster S van die generatie. Uiteraard geldt dat de staat van het onderhoud en de kilometerstand voor een deel de prijs bepaalt. Qua onderhoudskosten is de Boxster natuurlijk geen goedkope auto. De positie van de middenmotor maakt het voor de monteurs natuurlijk niet makkelijker en zeker bij oudere auto’s is een goede onderhoudshistorie natuurlijk van levensbelang.
Conclusie?
Het zijn allebei appels uit dezelfde boomgaard, maar wel van een ander soort. Je merkt dat de nieuwere Boxster S echt wel meer doorontwikkeld is dan de oervader. Het is in (bijna) alle opzichten de ‘betere’ auto. Maar toch doe ik de oer-Boxster daarmee geen recht. Want dit was anno 1999 een spectaculaire auto. Een revolutie in Porsche-termen. Met een setup (middenmotor) die in basis gewoon beter was dan de 911 (motor op achteras). Een auto die wellicht wat peekaatjes mist en beter af is met een handbak, maar nog steeds een waardige Porsche is. Een auto die je altijd het gevoel geeft dat je in iets speciaals rijdt. De familiegeschiedenis en de bijbehorende emotionele waarde van de auto verhogen dat gevoel. Maar toch. Ik moet kiezen. Objectief gezien kies ik dan toch voor de nieuwe Porsche Boxster S. Die is qua handling en power superieur. De versnellingsbak (PDK vs Tiptronic) is de beslissende factor. Vader en zoon zullen het niet met me eens zijn. De emotionele waarde van de Porsche Boxster betekent voor de familie veel meer dan mijn ‘koude’ objectieve beoordeling. En daar kan ik alleen maar respect voor opbrengen.
Eindcijfers:
- Porsche Boxster (986): 8-
- Porsche Boxster S (981): 8.5