Alles over autorijden in Amerika

Ga je op reis naar Amerika? Dan is de kans groot dat je met een huurauto of een camper het land gaat verkennen. Je zult merken dat er best wel wat verschillen zijn met Nederland. Het kan geen kwaad om je goed voor te bereiden. Wij helpen je graag daarbij.

Keep your lane

Misschien wel het grootste verschil met Nederland is het ‘keep your lane’ principe. Waar we in Europa zoveel mogelijk rechts moeten rijden (alhoewel dat in de praktijk ernstig tegenvalt, zucht), pak je in Amerika een rijbaan en blijf je daar zoveel mogelijk op. Dat lijkt een briljant concept, maar het heeft wel twee grote nadelen. Allereerst moet je veel bewuster spiegelen omdat je links en rechts ingehaald kan worden. Ten tweede heb je wel een uitdaging als een paar automobilisten dezelfde snelheid aanhouden op de verschillende rijbanen. In Europa is de linkerbaan toch bedoeld om in te halen. Ook al denken veel Nederlanders daar inmiddels anders over 😉.

Verkeerslichten zijn een crime

Rotondes ga je niet zoveel vinden in de USA. Verkeerslichten wel. Heel veel zelfs en het duurt vaak heel erg lang voordat het licht op groen springt. Dus sta je vaker dan je lief is te wachten voor het rode verkeerslicht en stoot je Chevrolet Camaro SS al die heerlijke uitlaatgassen de lucht in. Het voordeel van die verkeerslichten is wel dat je veel kansen hebt om lekkere ‘burnouts’ te doen. Heel fijn is de regel dat je altijd rechtsaf kan afslaan als er ruimte is, ongeacht de kleur van het verkeerslicht. In Amerika is vier keer rechts vaak echt sneller dan één keer links. Zie je geen verkeerslichten op een kruising dan is de regel dat iedereen stopt en dat je daarna maar onderling uitmaakt wie het eerste mag gaan. Werkt in de praktijk verrassend goed.

Watch out for the sheriff

In eerste instantie lijkt het alsof je in het paradijs bent. Je ziet nauwelijks flitspalen en als ze er al staan dan staat er een heel groot waarschuwingsbord voor. Niet te missen. Een trajectcontrole ga je al helemaal niet vinden in Amerika. Dus je kunt onbeperkt scheuren? Dat ook weer niet, want je komt enorm veel patrouillerende politieagenten tegen die een oogje in het zeil houden. Zolang je met het snellere verkeer meedeint heb je weinig te vrezen. Maar als je net even dat sprintje trekt, dan moet je niet schrikken als je wat sirenes in je binnenspiegel ziet. Mocht je staande gehouden worden, blijf dan zitten en leg je handen op het stuur. Amerikaanse agenten houden niet van uitstappers. Wil je toch een paar sprintjes trekken, dan doe je er verstandig om de route eerst even rustig te rijden om te verkennen of er een sheriff staat, zodat je bij een tweede rondje wat meer gas kunt geven. Maar blijf opletten, want de hoeveelheid blauw op straat is niet te vergelijken met Nederland.

Asfalt, asfalt en nog meer asfalt

In de steden heb je vaak nog wel fatsoenlijk openbaar vervoer, maar in de rest van het land ben je volledig afhankelijk van je auto. De auto is in Amerika echt de heilige koe. De gemiddelde Amerikaan geeft nog eerder zijn huis dan zijn auto op. Het voordeel voor de automobilist is dat wegen vaak enorm veel rijbanen hebben en dat parkeren nooit maar dan ook nooit een probleem is. In de steden en bij toeristische attracties moet je soms wel eens betalen, maar verder is het eigenlijk altijd gratis. Ook zijn de parkeervakken altijd van het formaatje XXL. Heerlijk! Al die liefde voor ons automobilisten betekent niet dat er nooit files staan, want er rijden ook bizar veel auto’s in het land. Zeker rond de steden is het gewoon superdruk. Fijn: je hebt heel veel mogelijkheden om een ‘u-turn’ te draaien. Dus je kunt je gemiste afslag makkelijk herstellen. Of je kunt de ‘u-turn’ even misbruiken voor een lekker driftje. 

Verkeersborden zijn niet altijd logisch

Het is best lastig om op de verkeersborden te rijden in Amerika. Vaak geven ze een straat aan. Dat is handig voor de locals, maar juist heel erg onhandig als je een plaatsnaam zoekt. Ook kun je vaak kiezen tussen noord-zuid of oost-west. Klinkt weer heel handig, maar soms is het echt even gokken welke kant je moet pakken. Op de Interstates (snelwegen) vind je overigens wel borden met plaatsnamen dus dan is dit gelukkig geen issue. Wel moet ik altijd even wennen aan de mijlen. In het begin duren afstanden nog wel eens lang als je op een verkeersbord ziet dat je bestemming nog 130 mijl weg is en je in je hoofd nog met kilometers rekent. Leer je snel genoeg af hoor.

De benzine is nog steeds spotgoedkoop

Bij het tanken merk je ook verschillen. Waar wij in Europa tanken van 95 octaan, begint in Amerika het feest al bij 87 octaan. Premium fuels zijn hier 93 octaan, terwijl we in Europa ook al 102 octaan kunnen tanken. Niet dat de kwaliteit veel verschilt, want de Amerikanen gebruiken een andere rekenmethode. De brandstofkosten zijn gelukkig wel veel minder hoog. Je moet wel even omrekenen van de prijs per gallon naar liter, maar op dit moment ben je voor een litertje benzine 1,20 euro kwijt. Terwijl de dollar nu heel erg hoog staat! Een ander opvallend verschil is dat er in Amerika enorm veel benzinestations zijn. Op bijna iedere straathoek zie je wel een Chevron, 7Eleven, Shell of Racetrack waar je je auto kunt bijvullen. Vaak moet je wel eerst betalen en dan tanken. Dat is wel eens onhandig als je je tank moet vullen en moet gokken hoeveel dollar dat moet zijn. Tip: tank niet in de buurt van een vliegveld. Daar zijn de prijzen vaak fors hoger omdat nietswetende toeristen daar hun huurauto moeten volgooien voor het inleveren.

De lontjes zijn net iets korter in Amerika

Hoffelijkheid in het verkeer is niet de beste eigenschap van de gemiddelde Amerikaan. Je ziet vrij veel opgewonden standjes in het verkeer die weinig tolerantie hebben naar andere weggebruikers. Ook lijken verdrijvingsvlakken en doorgetrokken strepen nauwelijks enige betekenis te hebben. Heb je zelf een kort lontje? Bedenk dat in bepaalde delen van Amerika (zuidoosten) bestuurders soms vaak een wapen in de auto hebben liggen. Dus maak eerst even vooraf de zorgvuldige afweging of je zeker weet dat je strijd wilt aangaan. Echte snelheidsduivels zie je overigens weinig. Wel rijdt iedereen gemiddeld 10/20 mijl per uur te hard (met name op de interstates). De limieten verschillen overigens per staat. Dat varieert van 65 mijl per uur (100) tot 85 mijl per uur (140 kilometer per uur) in Texas.

Size matters

Kleine auto’s bestaan nauwelijks in Amerika, kleine motoren ook niet. Je ziet heel veel grote SUV’s en pick-ups rijden. De meeste auto’s van dat soort auto’s wordt nog steeds geleverd met zes- of achtcilinder benzinemotoren. De plug-inhybride heeft een heel beperkt bestaansrecht. De viercilinder is wel aan een opmars bezig, zeker ook omdat de Europese premiummerken deze steeds meer aanbieden. Bij de Europese merken zie je dat BMW in Amerika echt populair is. Je ziet die duidelijk meer rijden dan Audi’s en de Mercs. Verrassend: met enige regelmaat kun je ook nog wel eens een Alfa Romeo Giulia of Stelvio spotten. Je ziet overigens nooit – maar dan ook echt nooit – een stationwagen rijden. Elektrische auto’s zie je sporadisch rijden. Als je ziet, dan zijn het Tesla’s (vooral de Model 3 is populair) en in uitzonderlijke gevallen de Porsche Taycan of Kia EV6. Musclecars zie je gelukkig genoeg!

Het verschil tussen rijk en arm is bijzonder groot

Ook dat is wennen in Amerika. Je ziet best wat aftandse en beschadigde auto’s rijden. De verklaring hiervoor is vrij logisch. In Amerika kunnen veel mensen financieel het hoofd nauwelijks boven water houden en hebben ze niet de middelen om hun auto goed te onderhouden/te repareren. Dus komt het tape er vaker dan je lief is aan te pas. Aan de andere kant zie je ook relatief veel dure auto’s rijden, al maakt het wel uit waar je bent. In bepaalde delen van Amerika is de armoede relatief groot, terwijl je in Beverly Hills natuurlijk struikelt over de exotische auto’s.

Comfort boven alles

Amerikanen maken het zich zo gerieflijk mogelijk in hun auto. Stoelen om in weg te zakken. XXL-size cuphouders voor hun XXL-cola’s. En ga je een lange reis maken naar familie voor de feestdagen? Dan laad je eerst je auto bij de Wallmart (XXL size supermarkt, supertof om eens binnen te kijken) vol met eten voor 3 dagen inclusief een zak ijsblokken (denk formaat stevige vuilniszak) die je om te beginnen in je koelbox leegt. En o ja, auto’s zonder airconditioning? Daar komt een Amerikaan niet voor naar de showroom. Leven zonder airco is levensgevaarlijk. Het nadeel van deze instelling? Verkeersveiligheid is niet zo’n issue. Dus belt en appt iedereen zich een slag in de rondte achter het stuur. Wat dat betreft rijden we in Europa net nog wel een tandje beter.

Mijn finale tip?

Pas je gewoon een beetje aan en alles komt goed. Want uiteindelijk zijn er ook hoffelijke Amerikanen in het verkeer en geniet je al snel van al dat mooie asfalt onder je billetjes. En roadtrippen is in geen land ter wereld zo goed mogelijk als in Amerika. Daarom moet je vooral ook niet besparen op je huurauto. Think big! Huur gewoon die Chevrolet Camaro SS. Dat maakt de roadtrip zoveel mooier :).